Mallorca is de ideale bestemming voor een wandelvakantie. Redacteur Wilke Martens trok samen met gids Marieke de bergen in en geeft tips voor een mooie trip aan fervente wandelfans.
‘Je moet je duikbril maar op je hoofd zetten,’ zegt Marieke, ‘want je hebt echt twee handen nodig.’ Ik kijk over het randje van de klif naar beneden. Grote en kleine rotsblokken storten zich als een waterval uit in de zee. Ertussen liggen kiezels, die vervaarlijk kunnen schuiven en geen enkel houvast bieden. Maar het is die zee, kalm en blauw, die lonkt en me doet besluiten de afdaling te wagen.
Ongerepte baai
‘Het komt goed hoor,’ verzekert Marieke me, ‘ik laat zien waar je kan gaan staan en welke stenen goede handgrepen hebben.’ Ik adem diep in en volg haar naar beneden. Behoedzaam ga ik rotsblok voor rotsblok omlaag, op aanwijzingen van mijn gids. Zweetdruppels parelen op mijn voorhoofd, de snorkel bungelt irritant langs mijn wang als ik naar beneden kijk. Nog een klein stukje.
Het zal een gek gezicht geweest zijn, maar ik ben maar wat blij dat we met duikbrillen op ons hoofd naar beneden zijn geklauterd. De vissen lijken zich niet aan onze aanwezigheid te storen, ook al is het onwaarschijnlijk dat ze aan mensen gewend zijn. Je bereikt deze baai immers niet zomaar. Maar meer nog dan van het onderwaterleven geniet ik van het heerlijk koele water om mijn vermoeide lichaam.
Lees ook: 15 x wandelen in Spanje
Unieke bergketen
Eerder die dag waren we op pad gegaan. De Nederlandse wandelgids Marieke Buijs, die al bijna vijf jaar op Mallorca woont en de bergen op het eiland intensief heeft leren kennen, neemt me mee naar de Serra de Tramuntana. De bergketen in het noordelijke deel van het Spaanse eiland staat sinds 2011 op de UNESCO-werelderfgoedlijst, om zijn unieke combinatie van cultuur en natuur. Kleine dorpjes en afgelegen fincas liggen verscholen achter hoge bergen. De hoogste is de Puig Major, met 1445 meter, en de keten is dan ook geliefd bij zowel wandelaars als bergbeklimmers.
Bepakt met matje, slaapzak, ‘jetboil’ en voldoende eten en drinken zijn we naar Vinyes Mortitx gereden, op de weg tussen Pollença en Lluc. Via een steile houten ladder klimmen we het hek over, om langs de wijngaard verder de bergen in te gaan. Al gauw verandert het gecultiveerde landschap in ruig terrein, waar je goed moet kijken waar je loopt. Smalle paadjes zijn nauwelijks zichtbaar afgetekend tussen de pollen carritx, de Mallorcaanse naam voor het hoge gras dat venijnig scherp kan zijn.
Lees ook: alles over het zoeken en boeken van een vakantie in Spanje
Het terrein lezen
‘Vroeger zou ik hier echt verdwaald zijn,’ vertelt Marieke, terwijl ze met haar wandelstok het gras opzij duwt om het pad iets beter begaanbaar te maken. Veel zin heeft het niet, want het gras veert meteen weer terug. ‘Ik heb veel geleerd van een mallorquín die al zijn hele leven hier de bergen in gaat. Ik weet nu hoe ik het terrein moet lezen. Daar, bijvoorbeeld, zie je dat muurtje dat schuin omhoogloopt?’
Het is even zoeken in het landschap dat in mijn ogen slechts uit het hoge gras en puntige, grijze rotsen bestaat. En af en toe een struik met onbuigbare, scherpe takken die me de zoveelste schram op mijn benen bezorgt. Maar dan zie ik de stenen, opgestapeld langs de bergwand. ‘Dat is een oud wandelpad,’ vervolgt ze, ‘gemaakt van stenen die zonder cement of modder op elkaar gestapeld zijn. Pedra en sec heet deze methode, die typisch is voor dit gebied. Op deze manier werden paden aangelegd, maar ook de terrassen die je in de hele Serra de Tramuntana ziet.’
Bliksem
De schemer is al ingevallen als we weer omhoog geklauterd zijn. Met water dat we opvangen uit een klein stroompje, spoelen we het zout van ons af. Opgefrist en met droge kleren aan leg ik de matjes en slaapzakken op het vlakke stuk, net naast de afgrond waarlangs we naar de zee geklommen waren. Ondertussen kookt Marieke water voor de thee en pakt ze de pastasalade uit die we voor het avondeten hadden voorbereid. Ze heeft zelfs een kaarsje meegenomen voor op de tafel: een vierkant rotsblok, met ernaast twee kleinere om op te zitten.
Als de duisternis invalt, pakken zich in de verte donkere wolken samen. Niet lang daarna genieten we van een heuse lichtshow van spectaculaire bliksemschichten. ‘Dat is boven het vasteland,’ zegt Marieke, ‘daar was onweer voorspeld. Hopelijk komt het niet deze kant uit.’ Veel zorgen maak ik me niet als ik in mijn slaapzak kruip: boven ons is de hemel helder en bezaaid met sterren.
Jaap en Jochem: creatieve aanpakkers
Knoop in het gras
Het is bewolkt als we de volgende ochtend wakker worden, maar meer dan enkele kleine druppels vallen er niet. Als we weer op pad zijn wordt me beter duidelijk hoe Marieke het landschap leest: zo nu en dan zijn er knopen gelegd in het lange gras en op kritieke punten staan er stenen torentjes om de route aan te geven. ‘Handig hè,’ grijnst Marieke, als de knopen me eindelijk zijn opgevallen.
Niet veel later zien we opnieuw de menselijke hand in het landschap: een oude boerderij staat eenzaam in een verlaten vallei. Als we dichterbij komen blijken alleen de muren nog overeind te staan, binnen is er niets dan puin. Op het land duiden enkele oude amandel- en vijgenbomen op de vroegere aanwezigheid van mensen. ‘Tot zo’n vijftig jaar geleden woonden hier nog boeren,’ vertelt Marieke. ‘Ze verbouwden noten en fruit en ze vingen vis. Eens in de week trokken ze dan met hun pakezels naar de dorpen om hun waar te verkopen of te ruilen.’
Behalve de ruïne herinnert niets aan de aanwezigheid van boeren, want de tocht gaat verder door onherbergzaam terrein. Na het gras, dat soms tot aan mijn hals reikt, moeten we via een torrente omhoog klauteren. Gelukkig is er niet veel water, waardoor het vlot te belopen is.
Bij een poeltje nemen we even pauze. ‘Als het geregend heeft is het lopen hier moeilijker,’ zegt Marieke als ze over de rotsen klimt om een felgroen kikkertje te fotograferen. ‘Maar er zijn dan veel meer van dit soort poeltjes, als een soort trap met zwembadjes. Een prachtig gezicht.’
We worden opgeschrikt door een hels kabaal. Een flinke kei komt met een rotvaart naar beneden gedonderd, die bij iedere klap tegen de rotswand nieuw puin met zich meevoert. Gelukkig blijkt het meters bij ons vandaan. ‘Vast een geit die de boel in beweging heeft gezet,’ zegt Marieke. ‘Je moet echt altijd je oren gespitst houden en meteen beschutting zoeken als je de stenen boven je naar beneden hoort komen.’ Extra alert vervolgen we onze weg. De wilde geiten zijn ineens niet zo schattig meer.
Amandelcake
Zo’n vier miljoen amandelbomen staan er op Mallorca, die in de winter, als ze in bloei staan, een witte deken van blaadjes achterlaten op het platteland. ‘Het merendeel van de amandelen is voor de export,’ weet Marieke, als we weer met de auto door het landschap rijden. Mijn maag rommelt. ‘Maar ze maken er zelf natuurlijk ook allerlei lekkers van.’
Marieke parkeert bij Santuari de Lluc. Bij een restaurantje naast dit oude klooster zouden ze de lekkerste gató de Mallorca hebben, de traditionele amandelcake. Ik zoek een plekje op het terras en verbaas me over alle toeristen. In twee dagen wandelen zijn we immers geen mens tegengekomen. Met een grote grijns komt Marieke aan, in haar handen twee bordjes met gató en een bolletje amandelijs ernaast. ‘Zo, dat hebben we wel verdiend.’
MEER TIPS
Wandelen door de Serra de Tramuntana is natuurlijk niet het enige waarvoor je prima kunt afreizen naar Mallorca. Dit zijn onze tips voor een fijne trip.
1. Citytrip Palma de Mallorca
Met temperaturen van meer dan 30 °C in de zomermaanden is het begrijpelijk dat je een van de vele stranden verkiest boven de stad Palma, maar in de gematigde winters van Mallorca is het een ideale bestemming voor een citytrip! De historische stad heeft genoeg bezienswaardigheden voor een lang weekend: de enorme kathedraal La Seu, de eeuwenoude Arabische baden en de historische molens van El Jonquet zijn niet te missen highlights.
2. Fietsen door de Tramuntana
Mallorca is extreem populair bij wielrenners: zelfs in de kleinste dorpjes vind je wel een wielershop of fietsverhuur. De ‘col de Sóller’ is de klassieke wielerroute over het eiland, omdat het gemotoriseerde verkeer veelal de in 1997 aangelegde tunnel neemt. Dat maakt de oude weg, over de bergpas van de Tramuntana, een prachtige route met ontelbaar veel bochtjes. Het milde winterklimaat van Mallorca is ideaal voor deze pittige klim.
Lees ook: 10 x Spanje ontdekken op de fiets
3. Verken archeologische sites
Op Mallorca zijn verschillende talayots, megalieten, te vinden die vermoedelijk stammen uit 6000-4000 voor Christus, de tekenen van waarschijnlijk de eerste bewoners van het eiland. De Capocorb Vell is de meest opgegraven talayot van het eiland en ligt op zo’n 12 kilometer van Llucmajor. Uit later tijden zijn er overblijfselen van de Feniciërs en weer later van de Romeinen, zoals de ruïnes van de Romeinse stad Pollentia.
4. Literaire route
De middeleeuwse schrijver en filosoof Ramon Lull is geboren in Palma de Mallorca, in 1838 brachten de Franse schrijfster George Sand en haar geliefde Frédéric Chopin de winter door in een klooster in Valldemossa en de Britse dichter Robert Graves woonde tot zijn dood in Deià: verschillende culturele zwaargewichten hebben een band met Mallorca. Liefhebbers kunnen in de voetsporen van hun literaire helden treden: bezoek het graf van Graves, dwaal rond door het klooster waar George Sand verbleef of bezoek een van de aan hen gewijde musea.
5. Vogels spotten in S’Albufera de Mallorca
Reigers, slobeenden, spreeuwen: tienduizenden trekvogels doen tijdens hun reis naar het zuiden het natuurpark S’Albufera de Mallorca aan voor een pauze. Met 271 verschillende soorten vogels die gedurende het jaar in het natuurpark te zien zijn, waarvan 61 soorten in het park broeden, is het een paradijs voor ornithologen. Het zijn echter niet alleen gasten die het drasland bevolken, de biodiversiteit is er het hele jaar door enorm. Natuurliefhebbers kunnen tijdens een bezoek ook Iberische meerkikkers, vleermuizen of de Europese moerasschildpad tegenkomen.
Saber Más
Wandelboekje of gids?
Veel wandelingen op Mallorca zijn uitstekend op eigen gelegenheid te doen. Korte wandelingen zijn veelal duidelijk aangegeven en er zijn diverse wandelboekjes verkrijgbaar. Ook langere routes zijn op eigen houtje te doen, zoals de Dry-Stone Route (GR 221), die grotendeels oude wandelpaden door de Serra de Tramuntana volgt. Tijdens de tocht kun je overnachten in een refugio, waar je voor zo’n €34 ook nog diner, ontbijt en picknick meekrijgt. Deze accommodatie dien je bijtijds te reserveren via www.conselldemallorca.net. Wie een avontuurlijke meerdaagse wandeling door de bergketen wil maken die niet in de boekjes staat, doet er goed aan een lokale gids te huren. Wandelgids Marieke Buijs kan wandelingen op verschillende niveaus verzorgen: van een eenvoudige wandeling met mooi uitzicht over de baaien tot meerdaagse tochten met overnachtingen in de open lucht of geheime grotten. www.m-works.es/m-walks
Beste reistijd
Mallorca is met haar mediterrane klimaat het hele jaar door goed te bezoeken. In de drukke zomermaanden ligt de temperatuur gemiddeld op 30 °C. De koelere wintermaanden, met temperaturen van 10 tot 15 °C, lenen zich dan ook goed voor bergwandelingen of andere outdooractiviteiten. In de hoogste berggebieden kan er sneeuw vallen in de winter, maar voor echte avonturiers zorgt dat juist voor ongekende wandelmogelijkheden.
Hoe kom je er?
Diverse budgetairlines als Transavia en Vueling bieden directe vluchten van Schiphol naar Palma de Mallorca, de hoofdstad van het eiland. Op het eiland zelf kun je gebruikmaken van het openbaar vervoer (www.tib.org), taxi’s of je kunt op het vliegveld direct een auto huren.
Lees meer: Mallorca op de bonnefooi
Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (nummer 4, jaargang 2016) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Wilke Martens.