Alicante is een zeer aangename stad waar cultuur en lekker eten prima is te combineren met het altijd zonnige strand. Met deze tips uit ESPANJE! Magazine wordt je verblijf nog leuker.  Onze tip: combineer je trip met een bezoek aan de Costa Blanca of aan Cartagena en Murcia.

 

De kleine oude stad ligt direct aan het strand en wordt gedomineerd door het Castillo de Santa Bárbara dat in de 10e eeuw door de moslims strategisch gebouwd werd op de 166 meter hoge heuvel Benacantil. Er zijn in de 16e en 17e eeuw nog twee muren om het kasteel gebouwd. Vanaf de boulevard ga je door een tunnel van een paar honderd meter lang die compleet belegd is met metalen platen die aan weerszijden verfraaid is met een telkens van kleur veranderend lichtlijnenspel. Aan het eind van deze futuristisch aandoende tunnel ga je per lift naar boven en sta je opeens midden in de middeleeuwen, een fraai contrast. Het kasteel is niet bijzonder spectaculair, maar een bezoek is de moeite waard vanwege het fraaie uitzicht over de stad. Ook is er een aardige tentoonstelling van beeldhouwwerken in de Fundaciòn Eduardo Capa, gemaakt door Spaanse kunstenaars uit de 19e en 20e eeuw. Bij de Torre Santa Catalina zie je in sommige stenen kleine driehoekjes. Dit waren een soort watermerken waarmee de arbeiders hun geplaatste stenen markeerden, wat destijds de basis vormde van hun betaling.

 

Zie hier onze top 10 beste hotels in Alicante!

Ali en Cantara

Het van oorsprong Moorse kasteel is volgens overleveringen ook van belang geweest voor de naam van de stad. Cantara, de dochter van een Moorse heerser was een schone dame en haar vader moest dan ook zorgvuldig handelen toen zij de huwbare leeftijd bereikte. Twee prinsen, Almanhor en Ali, dongen naar haar hand. De koning twijfelde en gaf de prinsen elk een opdracht. Wie het eerst zijn taak volbracht had, mocht met zijn dochter trouwen. Almanhor ging de zee op om specerijen uit het Verre Oosten te halen. Ali trok het Spaanse binnenland in om waterbassins aan te leggen om de stad van drinkwater te kunnen voorzien. Ali bakte er niets van, maar schreef wel prachtige poëtische liefdesbrieven aan Cantara die dan ook prompt voor hem viel. Maar toen Almanzor jaren later terugkeerde met zijn schip vol met kruiderijen, besloot de koning dus dat hij met Cantara mocht trouwen. Cantara was ontroostbaar en stortte zich van de rotsen. Toen Ali dat hoorde sprong hij ook naar beneden om zo alsnog bij zijn Cantara te kunnen zijn. De inwoners van de stad waren diep geroerd door deze tragische gebeurtenis en besloten hun stad te noemen naar de twee geliefden, Alicante.

Het gezicht van de Moor

Staand op de boulevard kun je in de rotswand nog steeds het profiel van het treurende gezicht van de Moorse heerser, La Cara del Moro, aanschouwen. Dit prachtverhaal is tekenend voor de diep gewortelde tradities die de Spanjaarden ook vandaag nog in ere houden. Als je het kasteel aan de zijde van de oude stad te voet verlaat komt je in Santa Cruz, een aardig klein volkswijkje met sympathieke piepkleine barretjes in nauwe steegjes. De buurt dankt zijn bekendheid vooral aan de processies die hier gedurende de Semana Santa worden gehouden. De Calle San Rafael loopt steil omhoog en wordt tijdens de processie door de deelnemers in hoog tempo genomen omdat het anders voor de dragers niet vol te houden is.

Sigarenmeisjes van Alicante

Dankzij de opera Carmen van Bizet werden de werkneemsters van de sigarettenfabriek in Sevilla wereldberoemd, maar ook Alicante had een fabriek waar tot 2010 tabak werd verwerkt. In de Fábrica de Tabacos werkten destijds maar liefst zesduizend vrouwen onder veelal erbarmelijke omstandigheden. Met veel voortvarendheid besloot het gemeentebestuur van Alicante de ruimte na de fabriekssluiting een culturele bestemming te geven en halverwege 2012 werd aldus Las Cigarreras geopend. Het culturele centrum telt een bioscoop, expositieruimte en een fraaie intieme concertzaal waar pop, jazz en wereldmuziek te horen is. Activiteiten worden meestal kort van tevoren georganiseerd. Op www.cigarreras.es kun je zien wat er te doen is.

Oud en nieuw

Op tien minuten lopen van Las Cigarreras vind je het Museo Archeológico, gevestigd in het voormalige Hospital San Juan de Dios. Het is een fraai ingericht museum waarbij helaas de uitleg in de verschillende zalen alleen in het Spaans is. Neem daarom een audioguide als je kaartjes koopt. Kost samen niet meer dan vier euro. De vijf zalen zijn elk gewijd aan een tijdvak. Je begint in de prehistorie en loopt via de Iberische en Romeinse beschaving, naar de Middeleeuwen om te eindigen in de hedendaagse geschiedenis. Van dit museum loop je via de boulevard in een kwartiertje naar de oude stad waar ook nog verschil-lende musea zijn. In het strakke interieur van het Museo de Arte Contemperáneo de Alicante, kortweg MACA, aan een sfeervol oud pleintje, tref je een collectie aan die is samengesteld door de beeldhouwer Sempere (1923-1985). De verzameling telt veel Spaans werk van onder meer Tàpies, Miró, Picasso, maar ook klassieke modernisten als Kandinsky, Vaserely, Bacon en Braque.

Lekker eten

Hoe vaak je ook in Spanje komt, het blijft nog altijd een klein feestje als je weer mag gaan eten. Hoewel Alicante niet zoveel gastronomische hoogstandjes kent als San Sebastián of Barcelona, zijn er wel degelijk enkele plekjes die zeer de moeite waard zijn. Wat je wel kunt missen zijn de vele terrasrestaurantjes in de Calle Mayor waar het vaak stampvol is en de gerechten via de magnetron op je bord belanden. Foodies moeten wel absoluut even langs de Gourmet Experience, een hoogst aantrekkelijke hoek vol delicatessen in de vestiging van El Corte Inglés bij de kruising van Avenida Maisonnave met het Plaza Calvo Sotelo. Ook La Ereta is een van de betere plekken om te eten in Alicante. Hoewel het nog geen Michelinster heeft, is het restaurant al vergeleken met Noma in Kopenhagen dat al jaren geldt als ’s werelds beste restaurant. La Ereta is prachtig gelegen halverwege de heuvel waarop het kasteel gesitueerd is en biedt een fenomenaal uitzicht. In de geraffineerde keuken wordt creatief gekookt met veel vis en luxe tapas. Niet goedkoop, wel bijzonder.

 

TIP: Ook in de omgeving van Alicante zijn een paar toprestaurants. Onze favoriet is  La Finca van Susi Díaz in Elche. Ze runt al meer dan 35 jaar haar restaurant La Finca in Elche (Alicante) en behaalde haar Michelinster in 2006. Deze mediakok neemt ook actief deel aan verschillende radio- en televisieprogramma’s. Zo presenteert de beroemde talentenjacht Top Chef. Susi is net als veel andere topkoks autodidact die de kunst van het koken en hard werken afkeek van haar twee oma’s. Het restaurant is makkelijk en snel bereikbaar vanaf luchthaven Alicante. Díaz is een van de vele vrouwelijke Spaanse topkoks met een Michelinster.

 

banner abonnement espanje

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (España & más nummer 2, jaargang 2013) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Jos Schuring.