Jacqueline Brakel en Geert van Heijningen wonen al ruim 12 jaar in Catalonië, waar ze veel gasten ontvangen op hun landgoed Torre Nova. Jacqueline: “De meeste mensen komen meestal voor Barcelona en het strand, maar ontdekken hier pas dat Catalonië veel meer te bieden heeft’. Geert vult aan: ‘Noord-Spanje wordt vaak alleen met de zomer geassocieerd, maar ook in voorjaar, najaar en zelfs de winter is het hier heerlijk weer en kun je pas genieten van het échte Catalonië’. Dit is hun top 10 ‘off the beaten track’ Catalonië tips.
1. Twaalf meter hoog Castellers
We gaan graag kijken naar de wedstrijden van de Castellers de Vilafranca. Met nog een of twee ‘collas’ (groepen) bouwen ze om de beurt menselijke kastelen (‘castells’) van wel 10 lagen tot 15 meter hoog. Als de toeschouwers stoppen met praten en de muziek begint, dan wordt het spannend. In de onderste lagen staan de gespierde mannen op elkaars schouders, daarboven de meisjes en jongens. De kleinste kinderen – 6 jaar oud – klimmen naar de top. We voelen de passie en de emotie in het publiek, en vergis je niet, dit is absolute topsport! De Castellers van Vilafranca zijn Unesco cultureel werelderfgoed.
2. Oorverdovend correfoc
Onze absolute favoriet en een vast onderdeel van de zomerfeesten in de Catalaanse dorpen en steden is de ‘correfoc’ ofwel ‘vuurloop’. Een stoet van duivels en draken trekt door de straten onder begeleiding van fanatiek getrommel. Om de paar meter staan ze stil om vuurwerk op hun drietand af te steken, waarbij de vonken om ons heen vliegen. Het publiek wijkt achteruit en we zijn blij dat we ook een paar stappen naar achteren kunnen doen. Wat een lawaai, oorverdovende knallen! Dit zou in Nederland absoluut verboden zijn, maar wat een ongekend spektakel.
3. Puur genieten Cavatast
Door de groene wijnvelden fietsen we naar Sant Sadurni d’Anoia, voor de jaarlijkse ‘Cavatast’ (cava-proeverij). Met ons cavaglas in de ene hand en onze bonnetjes in de andere lopen we langs de muziekpodia en stands van de vele beroemde bodega’s. Welke cava zullen we nu eens proeven? Gelukkig is er ook jamón, queso en chorizo om af te wisselen. We spoelen ons glas weer om en gaan op zoek naar de volgende frisse en fruitige cava. Een weetje: hoe kleiner de bubbels hoe beter de kwaliteit! Vrolijk en voldaan fietsen we weer naar huis.
4. Metersdiep Congost de Mont Rebei
We houden erg van wandelen en in onze regio komen we volledig aan onze trekken. De spectaculairste wandeling vinden wij de Congost del Mont Rebei, op de grens tussen Catalonië en Aragón. We hebben geen hoogtevrees, maar dit is toch wel hoog. Door een 1000 meter hoge kloof, 150 meter boven het water, lopen we over een adembenemend pad, uitgehakt in de rotswand. Soms is er een hek of touw. Hoog in de lucht boven ons cirkelen de adelaars, majestueus zwevend op de thermiek. Een andere keer huren we kajaks en varen we beneden door de kloof over het riviertje, dat uitkomt in een groot stuwmeer. En dan thuis heerlijk nagenieten van de foto’s.
5. Eerlijke Catalaanse boerenkeuken Castell d’Orpí
In Catalonië draait de hele dag om…eten. Verscholen in de heuvels ligt ons favoriete restaurant Castell d’Orpí. In een heus kasteeltje genieten we iedere keer weer van de lekkernijen van kok Alex en zijn vader Juli. Het enige probleem is hoe te kiezen tussen een ‘amanida de rulo de cabra’ (salade met geitenkaas) of een enorme, op houtvuur bereide entrecote die nauwelijks op je bord past. Of wat te denken van een langzaam in de oven gegaarde lamsbout, geblust met de heerlijke wijnen van familiebodega Can Feixes. Als we dit schrijven loopt het water ons al in de mond. Wat we ook kiezen, ’s avonds hoeven we in ieder geval geen uitgebreide maaltijd meer.
6. Droog, fris en fruitig Bodega Can Feixes
De wijnstreek El Penedès is vooral bekend om haar cava. Iedereen kent Freixenet, Codorniu en Torres, maar wij bezoeken liever een kleinere, authentieke bodega. Zoals Can Feixes, een eeuwenoude wijnboerderij gerund door de familie Huguet. Hun ecologische cavas en wijnen behoren tot de top van de streek. Ze hebben geen tour met treintjes en multimedia, maar je krijgt het échte verhaal te zien en te horen, doordrenkt van trots, passie en kunde. Als ze zien dat je het verhaal waardeert mag je ook misschien ook mee de wijnvelden in met de landrover. En zodra het proeven begint…
7. Romeinse tijden herleven Tarraco Viva
In mei tovert de stad Tarragona zich een week om tot ‘Tarraco’, de oude Romeinse naam van de stad. De Romeinen hadden ook al door dat het op deze plek aan de Middellandse Zee aangenaam toeven was. We lopen door de straten van het centrum naar het amfitheater, en vergapen ons aan de theatrale Romeinse optredens, van prachtig uitgedoste legioenen, het paleis van de prefect, gladiatorengevechten, de kleurrijke markt, en zelfs een heus Romeins bordeel ;). En natuurlijk is er van alles te eten en te drinken, ook geheel in Romeinse stijl.
8. Muziek en wijn Vijazz
Het eerste weekend van juli is Vilafranca del Penedès dé plek voor wijn- (‘Vi’) en muziekliefhebbers (‘Jazz’). We kopen twee wijnglazen en hangen ze aan een houder op onze buik. Al slenterend en mensen kijkend door de straatjes, vullen we onze glazen bij een van de vele standjes. Op het plein voor de kerk staat een groot muziekpodium waar we genieten van de muziek van gerenommeerde Amerikaanse en Europese jazzbands. De avond valt en het wordt langzaam koeler, maar de mensen gaan nog lang niet naar huis.
9. Paardengetrappel Els tres tombs
In januari gaan we naar ‘Els Tres Tombs’, een Catalaans ritueel van religieuze oorsprong. We positioneren ons vooraan in de hoofdstraat en een bonte stoet van paarden en karren trekt langs ons heen. Ze maken drie rondes (‘tres tombs’) door het centrum. Van fraaie Andalusische raspaarden bereden door Spaanse schonen, tot unieke combinaties van paard en wagen, zoals brandweerwagens, transportkoetsen, gevangeniswagens, begrafeniswagens, wagens met boomstammen of strobalen. Je kunt het zo gek niet bedenken.
10. Streetfood Calçotada popular
We zeiden het al eerder, alles draait hier om eten en drinken. Eind januari gaan we naar Valls voor de ‘Calçotada popular’. Calçots zijn een soort lenteuien die op alle pleinen van de stad op grote vuren worden bereid. De zoete lucht komt ons al tegemoet als je de stad inrijdt. Op het grote stadsplein kun je een ‘calçotpakket’ kopen. Aan een grote tafel, op een trap of gewoon op de stoep eten we onze calçots met romescosaus en stokbrood. Er hoort natuurlijk ook een ‘botifarra’ bij – typische worst uit onze streek – die we zelf meenemen en bereiden op een van de grote barbecues. Nu nog wachten tot hij gaar is. Ach, iemand moet het doen hè?
Wat deze highlights bijzonder maakt is dat er weinig toeristen komen. De ene helft van het dorp of de stad voert het uit, en de andere helft komt kijken. Al deze tips kun je bezoeken vanaf het centraal in Catalonië gelegen Torre Nova Resort van Jacqueline en Geert. www.torre-nova.com