Mijn dorp Pego met zo’n kleine 11.000 inwoners heeft de beschikking over een klein ziekenhuis. Bemand door huisartsen, verpleegkundigen en een eerste hulp. In al die jaren dat ik er woon heb ik regelmatig gebruik gemaakt van de eerste hulp. Bijvoorbeeld voor insectenbeten, met een stekel van de bougainville in mijn oog of na een valpartij van de rotsen. Kortom: verwondingen die je in Nederland niet zo gauw oploopt.
De medische zorg is uitstekend. Littekens zijn nog nauwelijks te zien, alsof er niks is gebeurd. Het begrip tijd is een ander verhaal. Het lijkt wel of tijd hier minder kostbaar is dan in Nederland. Een bezoekje aan een huisarts kost al snel een halve dag. Een gemaakte afspraak kan zomaar anderhalf uur later plaats vinden. Patiënten en medici nemen graag de tijd en voordringen lijkt hier wel een lokale sport.
Vorige week heeft de huisarts mij een bloedonderzoek voorgeschreven. Ik moest daarvoor een afspraak maken bij de balie. Ondanks dat er maar één wachtende voor me was, heeft het 40 minuten gekost om deze daadwerkelijk te maken en ik kon pas een week later terecht. Vanmorgen was het zover. Om acht uur moet ik mij melden. Ik ben, zoals het een Hollander betaamd, ruim op tijd.
Vrolijk weerzien
Voor het ziekenhuis staan al tientallen mensen te wachten. Om klokslag acht uur gaan de deuren open en het kleine ziekenhuis stroomt vol met patiënten. Een paar minuten later is de wachtruimte gevuld met wel tachtig mensen. De slechte akoestiek en de luide stemmen zorgen voor een kakafonie. Iedereen neemt plaats op de stoelen, die net zoals in het theater in rijen zijn geplaatst met uitzicht op een toneel. Hoofdrolspelers zijn de verpleegkundigen. Twee kamers staan open en beide zijn gevuld met vier tafels, vol met attributen om bloed te prikken. Daarachter een verpleegkundige. Wanneer iedereen plaats heeft genomen, verschijnt de hoofdverpleegkundige en noemt onverstoorbaar één voor één de tachtig namen op van de aanwezigen. Als blijkt dat iedereen er is, kan het beginnen. De aanwezigen hervatten hun conversatie opnieuw en het is een vrolijk weerzien van dorpsgenoten. Het is een bont gezelschap. Van piepjong tot stokoud. Van krakkemikkig tot zeer gespierd. Af en toe gaat er een mobiel af, die flamencoklanken produceert. Baby’s worden gekust, handen worden geschud en oude dames vertellen elkaar de laatste roddels.
Geduld
Eén voor één worden de aanwezigen opgeroepen. Ook als je alleen iets komt afgeven moet je geduldig wachten totdat je naam wordt geroepen. Drie kwartier later ben ik dan eindelijk aan de beurt. Vakkundig wordt er een naald in mijn ader gestoken en een minuut later sta ik weer buiten. Volgende week mag ik weer terugkomen voor de uitslag. Ik heb alvast een paar uur vrij genomen.
Natasja Romeijnsen (53 jaar) woont met haar man, hond en twee katten een groot deel van het jaar in Pego (Alicante). Ze verhuurt vakantiewoningen en organiseert wandelvakanties.