Met de trein door Spanje? wij kunnen het van harte aanbevelen. Spanje is, met het grootste hogesnelheidsnetwerk van Europa, het ideale land voor een interrailvakantie… Avontuur gegarandeerd, of je nu 18 bent en je eerste reis alleen maakt of met het hele gezin op pad gaat. Rugzak op, knuffel in de hand en genieten maar! Machteld van Hulten trok met man en kinderen kriskras door Noord-Spanje. En voor de kinderen bleek de reis helemaal gratis! Ze geeft onderin haar do’s and dont’s voor een treinreis door Spanje.
Na twee stedentrips naar Barcelona en een fly-drivevakantie naar Mallorca willen wij, fervente Spanjeliefhebbers, weleens wat anders. Het liefst low budget en ja – in het kader van alle vliegschaamte – toch iets wat beter is voor het milieu. En dus roep ik op een avond: waarom gaan we niet met de trein? Interrailen! Bestaat dat nog?
Backpacken op de bonnefooi
We kopen een Interrail One Country Pass voor Spanje, goed voor zeven reisdagen in een maand, de heen- en terugreis niet inbegrepen. Kinderen tot 11 jaar blijken gratis. Waar kom je dat nog tegen? Strak omlijnde plannen hebben we niet. Ik wil mijn man Thomas en kinderen Olivia (7) en Rafi (11) de bergen laten zien. En ook Barcelona en de zee mogen niet ontbreken. Maar hoe en wat precies, dat zullen we ter plekke uitvogelen – dat is onderdeel van het avontuur.
Alleen voor de eerste vijf dagen hebben we een lekkere B&B met zwembad geboekt in El Masnou – een kustplaatsje op 20 treinminuten van Plaça Catalunya – om even bij te komen van een jaar werken en ook wel van die 32 uur durende heenreis: met de Thalys van Amsterdam naar Parijs, en vandaaruit met de nachttrein naar Latour-de-Carol op de Frans-Spaanse grens, midden in de Pyreneeën. Het enige wat verder vaststaat, is dat we drie weken later weer in het grensplaatsje Cerbère moeten zijn voor de nachttrein naar huis.
Backpacken, op de bonnefooi. Net als vroeger, maar nu met het hele gezin. Terwijl wij als ouders wekenlang voorpret hebben, zijn onze kinderen er niet helemaal gerust op. Tijdens het inpakken vraagt zoonlief zich bezorgd af hoe dat nou moet, drie weken lang leven uit een rugzakje met twee setjes kleren, zonder auto of tent? Waar gaan we dan slapen? Ook dochter Olivia is er niet gerust op: zij wil best mee, op één voorwaarde: dat haar roze eenhoornknuffel ook mee mag.
Boek hier je Interrailpas voor Spanje en voor de rest van Europa.
Dwars door de bergen
Eenmaal in de Thalys slaat het reizigersvirus al snel over op de kinderen, die met een flinke voorraad luisterboeken, e-books en speellijsten genieten van het avontuur. Als ze na een twaalf uur durende wiebelrit in een erg warme, krappe en lawaaiige couchette ontwaken in de Pyreneeën en met hun moeie koppies uit het raam hangen om zich te laven aan de frisse berglucht, is het alsof ze nooit anders hebben gedaan.
In alle vroegte aangekomen in Latour-de-Carol strijken we opgewonden neer bij het stationsbarretje voor ons eerste Spaanse ontbijt van de vakantie: verse jus, koffie en overheerlijke Catalaanse pa amb tomàquet met ham en kaas. Anderhalf uur hebben we om even bij te komen tot onze volgende trein vertrekt, een tocht waar ik me al maanden op heb verheugd: dwars door de Pyreneeën, van Puigcerdá via Ribes de Freser en Sabadell naar Barcelona – de stad waar ik ooit woonde.
Treinen en bergen blijken een fantastische combinatie. De trage ritmische cadans waarmee de trein tegen de bergen opklimt en het aldoor wisselende perspectief maken dat je het landschap van heel dichtbij ervaart. Je ziet huizen en mensen, en met de raampjes open hoor je de vogels en ruik je het houtvuur. De kinderen genieten er ook van, al begint de moeheid na een slapeloze nacht wel toe te slaan. Eenmaal in Barcelona besluiten we dan ook om, met een verkoelend zwembad in het vooruitzicht, meteen over te stappen op het bijzondere kustlijntje dat via Badalona naar onze eindbestemming El Masnou leidt en dat bij vlagen zo vlak langs de kust gaat dat de trein welhaast over het strand rijdt.
Meer tips om je treinreis door Spanje voor te bereiden vind je hier.
Barcelona ontdekken
En daar staan we dan op het perron van El Masnou: we zijn er, ja! Maar wat nu? Google Maps geeft aan dat ons huisje ruim 20 minuten lopen is. Openbaar vervoer is er niet, en nee, we hebben natuurlijk ook geen auto. Daar hadden we vooraf niet bij stilgestaan. Na een korte stop bij een barretje, waar de kinderen van de barman zomaar een ijsje krijgen, verzamelen we net genoeg energie voor de wandeling, die algauw ontaardt in één lange steile klim en die de kinderen – geheel tegen hun gewoonte in – zonder al te veel tegenstribbelen aanvaarden. In de zinderende hitte, met een steeds zwaarder wordende rugzak. Wie had dat ooit gedacht?
Vijf dagen lang laven we ons aan zon, zee en zwembad, afgewisseld met leuke dagtrips naar Barcelona – naar Gràcia en mijn oude buurtje in de Eixample. De avonden zijn we behoorlijk druk met het plannen van de volgende reis. In de loop van de week ontstaat het spontane plan om naar Gijón te gaan, om te surfen. Want ja, in de Middellandse Zee zijn de golven leuk, maar als je echt hoge golven wilt, dan moet je natuurlijk naar de Atlantische kust! En vanuit Gijón kunnen we alle kanten op: de Cantabrische kust verkennen óf verder de bergen in. Immers, de Picos de Europa liggen daar om de hoek.
Een leuk appartementje is – voor een zacht prijsje – zo gevonden, op steenworp afstand van de boulevard langs de beroemde baai Playa de San Lorenzo. Maar even een treinreservering regelen blijkt wat meer voeten in de aarde te hebben , wat op zich gek is omdat we al een Interrailkaart hebben waarop je volgens de instructie alleen maar even zelf per reisdag met pen de datum en de bestemming hoeft in te vullen.
Op zoek naar een leuk adresje in Barcelona voor het hele gezin? Kijk eens bij Interhome. Hun appartementen en villa’s zijn vaak voordeliger dan een hotel.
Uren in de rij
Overzicht krijgen van alle regionale trajecten en dienstregelingen blijkt ingewikkeld. Op het treinennetwerkkaartje dat we bij ons ticket hebben gekregen staan vooral de hogesnelheidslijnen en ook in de speciale Interrail-app zijn de kleinere regionale vervoerders niet opgenomen – zoals de Feve in Asturië en Cantabrië. Bovendien ontdekken we dat reserveren online alleen drie dagen van tevoren kan, terwijl we overmorgen al weg willen.
Dus zit er niets anders op dan naar het loket op station Sants in Barcelona te gaan. Eenmaal daar zijn de rijen zo lang dat het nummertjesapparaat er spontaan mee is opgehouden. De kaartjesautomaten verkopen alleen maar kaartjes voor de treinen van diezelfde dag. En als we na 1,5 uur wachten eindelijk aan de beurt zijn, is de boodschap van de baliemedewerkster kort maar krachtig: alle treinen naar Gijón zijn al dagen geleden uitverkocht. Met een mengeling van medelijden en minachting kijkt de vrouw achter het loket me aan: wat had ik dan verwacht? In het hoogseizoen? Een reservering maken is vandaag sowieso onmogelijk. Dat kan alleen daar, zegt ze wijzend naar het met rolluiken gesloten loket van de Venta Anticipada. Mañana vanaf halfzeven zijn we welkom! Pfff…
Er zit niets anders op. De volgende dag staan we om 7 uur op om anderhalf uur later weer achter in de rij plaats te nemen, maar nu voor de Venta Anticipada. Even lijkt het erop of ook deze missie mislukt, als ik de man achter het loket uitleg dat we graag vandaag willen vertrekken. Ja, dat Gijón helemaal vol is, dat wisten we al. Maar wat kan wel? Na enig aandringen en doorvragen blijkt deze medewerker wel bereid om een beetje mee te denken. De volgende dag kunnen we wel naar Gijón, maar voor vandaag zit er niets anders op dan een andere bestemming te kiezen. Het wordt Bilbao – een plek die wij als architectuurliefhebbers ook al heel lang op onze bucketlist hebben staan. Minpuntje is wel: we moeten nog even vier uur zien te doden.
Dagje Bilbao
Eenmaal in de trein op weg naar Zaragoza daalt de rust in. Er is een e-reader, een scherm met een leuke film, er is wifi, we hebben een shopper vol fruit, chips en chocola – en terwijl het kwik buiten de 39 graden aantikt, zitten wij lekker koel in de airco. In Zaragoza moeten we weer een uur wachten. Maar dat begint langzaam te wennen. Werd er tijdens de heenreis om het halfuur gevraagd: hoe lang nog? Wanneer zijn we er? Nu hoor ik de kinderen er niet meer over. Ze ontdekken steeds betere manieren om zich te vermaken. Het station van Zaragoza blijkt een ideale plek om te freerunnen. Op het prachtige gietijzeren station van Miranda del Ebro biedt een ouderwetse hacky sack – zo’n klein balletje gevuld met korrels die je al overgooiend hoog moet zien te houden – urenlang spelplezier. Net als Yahtzee – en ja, eerlijk is eerlijk, natuurlijk wordt er tijdens zo’n tien uur durende reis ook een heleboel geschermd.
Bilbao – waar we ’s avonds laat om 23 uur arriveren – is een schot in de roos. Lopend goed te behappen, maar er is ook een metrolijn naar omliggende dorpen met strand. Na een korte nacht en een frisse douche in het hostal stippelen we een mooie route uit langs de oever van de Ría de Bilbao. En daar gaan we: met de rugzakken op als doorgewinterde backpackers, over de spectaculaire Puente Euskalduna, met uitzicht over de oude haven waar een oude, rood geschilderde hijskraan nog herinnert aan de bedrijvigheid van weleer, en rechts het nieuwe voetbalstadion van Athletic Bilbao, en via een schilderachtig park naar de hoofdattractie van de stad: het zilvergrijze titanium Guggenheim Museum van Frank O’Gehry. Als we genoeg beginnen te krijgen van het gesjouw pakken we de tram, die ons pal voor het station afzet en pal voor een antieke pastelería, waar we eerst nog even de met zekerheid allerlekkerste muffins ever eten alvorens we ons om klokslag 15 uur weer melden op de prachtige glas-in-loodstationshal voor de volgende etappe naar Gijón.
Zoek je een hotel in Bilbao? Dit is onze keuze.
Kaartjes voor het Guggenheimmusuem kun je hier regelen.
Van skidorp naar bloedheet Madrid
Het liefst waren we natuurlijk van Bilbao via de Cantabrische kust naar Gijón afgetreind, maar dat blijkt vanwege werkzaamheden een mijl op zeven, waarbij we halverwege over zouden moeten stappen op bussen – prima zonder kinderen, maar mét niet echt een optie. En dus wordt het weer de Talgo. Wat we de dag ervoor in het donker hebben afgelegd, rijden we nu bij daglicht in omgekeerde richting terug, inclusief de tussenstop in Miranda del Ebro. Gelukkig is het alle moeite meer dan waard, want ook Gijón zal onze harten in een mum van tijd veroveren.
Wat is dat een leuke stad! Totaal onontdekt door toeristen, op een paar verdwaalde Portugezen na. Playa de San Lorenzo en de kilometerslange, iets gekromde boulevard zijn het domein van de inwoners zelf, die al wandelend, joggend, fietsend of skatend genieten van hun stad. Op het strand – vol mooie oude strandstoelen van gestreept katoen – waan je je in vervlogen tijden; hier zijn het vooral de gebruinde bejaarden die al poedelend in het water of stevig doorstappend door de branding hun oude dag doorbrengen. Na drie dagen slenteren, vis eten, zwemmen en niet te vergeten uren en uren surfen levert het vertrek bij zoonlief heuse tranen op: waarom moeten we hier nou alweer weg? Hij wil hier wonen, nu, later, maar volgend jaar terugkomen is ook goed.
De daaropvolgende dagen maken we vanuit Gijón nog een hele wereldreis – met hogesnelheidstreinen, regionale treinen, lokale dieseltreintjes, lokale bussen en Taxi José – naar het skidorpje San Isidro in de Picos de Europa. En een paar dagen later van die meest verlaten plek in één dag naar misschien wel de drukste straat van heel Spanje: de Gran Vía in hartje Madrid voor een 24 uursbezoek, vanwege de temperatuur van 40-plus.
Daarna is het tijd om weer richting de Costa Brava te gaan om vandaaruit de nachttrein terug te nemen. De reis was onvergetelijk, maar ook best vermoeiend. En dus besluiten we de vakantie te eindigen zoals we hem begonnen, met een lekkere accomodatie met een zwembad, ditmaal in Begur, een prachtig dorpje op een heuvel omringd door zand- en rotsbaaitjes. Het avontuur en het leven op de bonnefooi smaken naar meer. De kinderen zijn het ermee eens: de volgende keer gaan we langer en nemen we een Global Pass.
Boek hier je Interrailpas voor Spanje en voor de rest van Europa.
Do’s-and-don’ts voor interrailers door Spanje
1. Reis goedkoop en duurzaam
Treinreizen is voor gezinnen een goedkoop én duurzaam alternatief voor een fly-drive, mede doordat kinderen tot en met 11 jaar gratis reizen. Maar de toeslagen maken het flink duurder. Als je wilt interrailen door Spanje zijn er verschillende mogelijkheden. Tweede klas reizen per langeafstandstrein is erg comfortabel. Koop beter geen One Country Pass– want daar zit de reis naar Spanje en weer terug niet bij in -maar een Global Pass. Dat is uiteindelijk voordeliger (voor een volwassene van €374 voor 8 dagen binnen 1 maand, een kind vanaf 12 jaar betaalt €234).
2. Reserveer op tijd
Spanje heeft de grootste concentratie hogesnelheidslijnen van heel Europa, waardoor je in korte tijd met gemak van de Pyreneeën naar Andalusië en terug reist. Er zijn zes trajecten met een nachttrein, waardoor je al reizend een hotelovernachting kunt uitsparen. Voor een plekje in de hogesnelheidstrein moet je een toeslag betalen en met €10 per stoel loopt dat voor een gezin aardig op. Maar misschien wel de belangrijkste tip: wacht niet te lang met reserveren, drie dagen van tevoren is minimaal, want de Spanjaarden reizen, zeker in het hoogseizoen, zelf ook heel veel met de trein! Zodra je je pas hebt kun je stoelen reserveren met de speciale Interrail-app. Als je er niet uit komt ga dan even langs bij NS Internationaal of de Treinreiswinkel. Zij hebben toegang tot de meeste databases, en kennen de mooiste routes.
3. Neem de nachttrein
Als je wilt kun je vanaf Amsterdam CS binnen 12 uur in Spanje zijn, met de hogesnelheidslijn via Parijs, via Limoges en Perpignan langs de Costa Brava naar Barcelona. Maar ook de nachttrein is een goede optie. Minder duur, maar ook best wel een beetje afzien, al was het maar omdat er nauwelijks stopcontacten en geen wifi aan boord zijn. Een zespersoons couchette voor een gezin van vier personen afhuren is zeker geen overbodige luxe.
4. Vergeet de bergen niet
De mooiste treinreizen zijn natuurlijk die met boemeltjes door de bergen. Een aanrader door de Pyreneeën is El Tren Groc (bijgenaamd de Gele Kanarie), een honderd jaar oud smalspoortreintje van Latour-de-Carol naar het Franse Villefranche-de-Conflent. Ook de bergroute van Zaragoza, naar Huesca en via Jaca dwars door het Aragonese gedeelte van de Pyreneeën naar eindpunt Canfranc is erg mooi, evenals de lijn Lleida-La Poble de Segur. Let wel: de lijnen zijn niet met elkaar verbonden, dus je kunt geen rondje maken.
5. Download een goede reisplanner
Eenmaal in Spanje is het verstandig om een goede treinreisapp te downloaden. Interrail adviseert natuurlijk de eigen app, maar die geeft geen inzicht in het best wel ingewikkelde Spaanse treinennet, waarbij elke regio naast de Renfe ook eigen vervoerder kent, van Rodalies in Catalonië tot de Feve in Asturië en Cantabrië. De reisplanner rome2rio.com of zelfs Google Maps werkt vaak beter! En neem natuurlijk ook een goede reisgids mee over Spanje. Die kun je hier meteen bestellen.
6. Kies bereikbare accommodatie
Houd er rekening mee dat je op de plaats van bestemming geen eigen vervoer hebt. Mooie bergchalets liggen vaak niet in de buurt van een station, en een strandje of een supermarkt op 5 kilometer afstand klinkt dichtbij, maar is lopend door de hitte een mijl op zeven.
7. Tip : neem de boot
Met je interrailpas kun je soms gratis met de boot of soms met korting. Je kunt dis ook een uitstapje maken Naar Ibiza of Mallorca.
Dit artikel verscheen eerder in ESPANJE! magazine. Tekst: Machteld van Hulten. Wil je meer leuke Spanjetips? Word dan hier voor slechts €19,95 lid van ESPANJE! en ontvang het magazine voortaan thuis en digitaal.