Wie de kinderfilm Cars kent, weet dat Radiator Springs een stadje is aan de Route 66 dat wegkwijnde na de aanleg van de grote snelweg. Een dergelijk lot heeft ook Granadilla getroffen. Economisch gezien stelt het sinds het massatoerisme veel minder voor dan vroeger. Tot het begin van deze eeuw zat de rechtbank voor het hele zuiden er nog maar de meeste zaken worden nu door het nieuwe district Arona gedaan.
De loop is er in Granadilla dus een beetje uit. Wel hebben ze in het dorp nog een kantoor voor volksverzekeringen zodat iedereen die iets moet regelen voor ziekenfonds, pensioen of kindergeld, toch nog naar Granadilla moet. Ik kom er hoofdzakelijk vanwege mijn werk en voor de meeste vakantiegangers is het niet meer dan een plek waar je langskomt op weg naar Vilaflor en de vulkaan Teide.
Elke keer zie ik de wegwijzers met museo en convento (klooster) langs de straat maar ik sloeg er nooit acht op. Op een zonnige voorjaarsochtend besloot ik mijn leven te beteren. Eerst wandelde ik zomaar wat rond en kwam onder andere een mooi kerkje tegen en daarna volgde ik de borden. De ingang van het klooster was moeilijk te vinden maar een voorbijganger hielp me uit de brand: je moet niet door de antieke houten poort, die zit meestal dicht, maar via de moderne glazen deur van de openbare bibliotheek. Voor het klooster ligt een mooi plein met hoge bomen waar ik ook altijd achteloos voorbij was gelopen. Het klooster is niet groot en je mag niet overal in maar de oude patio met de sobere houten bovengalerij en de kleine fontein zijn de moeite waard.
Je brengt er geen uren zoet dus op naar het museum. Dat ligt in een schilderachtig autoloos straatje, de Calle Arquitecto Marrero. Eigenlijk hoef ik de naam niet eens te noemen want als je op het plein staat, weet je meteen welke straat ik bedoel. Op nummer 3 zit een schattig klein museum in een herenhuis van het eind van de negentiende eeuw, te herkennen aan het koperen bordje. Op de twee verdiepingen vind je een allegaartje van een inscriptie uit de steentijd, een oude typemachine van een plaatselijke schrijver, foto’s, gebruiksvoorwerpen uit het begin van de twintigste eeuw en noem maar op. Er is zelfs een ruimte met mummies. Het museum is gratis en is open van maandag tot en met vrijdag van 8 tot 15 uur. Een charmant detail is, dat de panelen met uitleg alleen in het Spaans zijn maar ook zonder die te begrijpen is het museum de moeite waard.
Meer lezen?
Etteke tipt: uitje naar universiteitsstad La Laguna
Op Tenerife hebben we een heuse universiteit. Misschien gaat mijn dochter er later wel studeren. Kwalitatief gezien hoort hij niet bepaald bij de beste van Spanje, maar het is een middelgrote universiteit die al sinds 1792 bestaat. De universiteitsstad van het eiland heet San Cristóbal de la Laguna, in de volksmond kortweg La Laguna.
Etteke tipt: wandelen in Bosque de las Mercedes
In Los Cristianos zie je regelmatig mensen op bergschoenen richting haven lopen om de veerboot naar La Gomera te nemen voor een wandelvakantie. Wie last heeft van zeeziekte, hoeft Tenerife echter niet te verlaten want ook in het uiterste noorden van “mijn” eiland heb je eeuwenoude nevelbossen.