Het leven van Estrella Morente veranderde op 13 december 2010 in één klap toen haar vader en mentor Enrique Morente overleed. “Ik voel me als een vaas die in duizend stukjes is gevallen.” Ondanks het hevige verdriet pakte ze in februari de draad weer op en gaf een concert in Londen, een ode van anderhalf uur aan haar vader. De gitaren huilden, Estrella’s stem brak en het publiek snikte mee. Estrella ging het niet uit de weg. “Muziek is als balsem voor mijn ziel”.
Estrella Morente was altijd een zondagskind. In 1980 werd ze geboren als dochter van de legendarische flamencozanger Enrique Morente en danseres Aurora Carbonell. Ze groeide op te midden van de flamencotop van Andalusië. Morente herinnert zich dat ze de luiers nog nauwelijks was ontgroeid, toen ze al door haar vader op sleeptouw werd genomen. “Toen ik heel klein was, waren we in het amfitheater van Mérida. Ik speelde daar tussen de ruïnes in een prachtig decor met paarden van karton en honderden kippen. Dat was voor mij een onvergetelijke ervaring. Een paar jaar later kwam ik terug toen Phaedra werd uitgevoerd en kon ik mijn kleine zusje alles laten zien. Die ervaringen hebben me enorm verrijkt, ze waren mijn leerschool, ik was erbij als ze repeteerden en optraden.”
Lees ook: Het ABC van de Flamenco
Revolutionaire zomer
Op haar vijftiende was ze de hele zomer mee met haar vader terwijl hij werkte aan Omega, een samenwerkingsproject met de rockgroep Lagartija Nick. Flamenco en punk werden hierbij vermengd met songs van Leonard Cohen en teksten uit Poeta en Nueva York van Federico García Lorca. “Ik ging mee op tournee en was bij de opnames. Het was een revolutionair project dat de flamencowereld op z’n kop zette. De mix van rock en flamenco was toen iets nieuws. En iedereen vond het maar vreemd dat de teksten van Lorca op moderne muziek werden gezet. Ik maakte deel uit van die rebellie en vond het geweldig. Na die zomer moest ik natuurlijk weer naar school, maar ik weigerde. Ik wilde maar één ding en dat was een carrière als zangeres. En dat is gelukt.” Ze concludeert het met een glimlach. Maar het was niet gemakkelijk. Vader Morente was het er eerst niet mee eens. “Hij zei dat het een grote vergissing was omdat het artiestenvak het moeilijkste is wat er bestaat. Mijn zus heeft Spaanse letteren gestudeerd aan de universiteit. Daar was mijn vader supertrots op. Maar toen hij merkte dat ik mijn werk heel serieus nam en zoveel hield van optreden, was hij ook trots op mij.”
Universiteit van het leven
Estrella groeide op in een tijd van de onbegrensde mogelijkheden. Het ging Spanje voor de wind en overal waren peñas waar ze kon optreden om ervaring op te doen. “In die tijd was er veel meer movimiento in de peñas flamencas dan nu. Wij konden als jongeren overal luisteren naar oudere flamencozangers en meedoen. Mijn vader nam me mee naar allerlei plekken, bijvoorbeeld naar de Albaicín in Granada of naar peñas in Barcelona. Hij liet me telkens weer nieuwe speelstijlen horen. Dat heeft me enorm verrijkt, het was voor mij de universiteit van het leven. Voor de jongere generatie is het allemaal veel moeilijker. Er zijn nog wel veel aficionados, maar er zijn veel minder plekken waar ze kunnen oefenen. De peñaplekken waar wij vroeger rondhingen zijn nu vaak hamburgertenten. Er is nog wel flamenco, maar de oude waarden dreigen verloren te gaan.”
Superwoman
Morente neemt nu zelf haar kinderen ook vaak mee op tournee. Als het even kan, plant ze haar concerten in de vakantie, zodat ze mee op reis kunnen en meemaken wat zij als kind meemaakte. Maar dat is niet haar belangrijkste motief. Ze kan geen dag zonder haar kroost en wil ze ook graag om zich heen als ze moet optreden. Het valt haar zwaar als ze in Londen is terwijl de kinderen thuis zijn. “Ze hebben een goed leven. We wonen in een mooi huis aan zee in Málaga, ze zijn gelukkig en gezond, we genieten van het heerlijke klimaat, maar toch is het moeilijk. Alle kinderen willen natuurlijk gewoon bij hun ouders zijn, hoe goed hun grootouders ook voor ze zorgen. Je moet eigenlijk een soort superwoman zijn om het allemaal te combineren. Ik vind dat vaak heel pijnlijk. Daarom neem ik ze mee als het kan. Ze leren ervan en genieten van wat ik doe.”
Lees ook: Rosalia bewijst: Flamenco en pop gaan prima samen
In tweeën gereten
De eerste concerten na de dood van haar vader zijn extra moeilijk voor Estrella. Ze heeft haar man, de stierenvechter Javier Conde, bij zich en hij biedt haar zichtbaar steun. Ondanks dat de emoties haar duidelijk parten spelen, wil ze weer de bühne op. “Ik voel me in tweeën gereten, maar zingen is mijn beroep en ik houd me aan mijn afspraken. Ik kan mijn verdriet niet verbergen en zoek naar wegen om te overleven. De kunst helpt me daarbij. Muziek is als balsem voor de ziel. Er zijn altijd verrassingen in ieders leven en ik blijf hoe dan ook cantaora. In de flamenco zijn strijd en offer heel belangrijk. Ik moet nu proberen om mezelf te hervinden. Daarvoor zoek ik in het repertoire dat ik ken, de bron waarvan ik leef. Ik vind het belangrijk om mijn blik op de toekomst te richten en me te blijven ontwikkelen.”
Jammerklacht
Estrella was samen met haar vader bezig aan de opnames van een nieuwe cd in samenwerking met Michael Nyman toen Enrique Morente plotseling overleed. Het project ligt sindsdien helemaal stil. “Er zijn een paar prachtige nummers, maar ik weet niet hoe ik ze ga zingen. Het is een mix van flamenco en vrijheid. Ik werk samen met goede artiesten als Vicente Amigo. Alles ligt klaar maar ik heb nu geen kracht om verder te gaan. Het is bitter en ik voel me bedroefd. Ik moet verder met alles wat mijn vader me heeft geleerd.”
Het eerste concert sinds Enrique Morentes dood in Londen was één lange jammerklacht uit het diepste van Estrella’s ziel. Ze zou eigenlijk repertoire van haar laatste cd Mujeres zingen, maar de avond kreeg een ander verloop. Ze moest haar verdriet van zich afzingen en blijft herhalen hoe bijzonder haar vader was. “Hij was een god. Ik prijs me gelukkig dat ik hem naast me heb gehad. Een glorieus, genereus mens heeft ons verlaten. Zijn dood is een verlies voor iedereen. Ik heb duizenden steunbetuigingen ontvangen en sommige raakten me diep in mijn hart. Maar ondanks al die steun voel ik me alleen. Hij was zo’n fantastische man, zo integer en natuurlijk. Ik blijf overal maar vertellen wat ik aan hem waardeerde en hoe bijzonder hij was. Maar nu maak ik een heel moeilijke tijd door. Ik heb geen geloof meer, het is als een vaas die in duizend stukken is gevallen. Ik hoop dat ik de triestheid die ik voel kan omzetten in kunst.”