Vanaf 29 december 2023 is de langverwachte spin-off van La Casa de Papel te zien op Netflix, Berlín. Hierin staat het leven centraal van de mysterieuze broer van El Profesor die in la Casa de Papel het loodje legde. Is het de moeite waard? We hebben vijf pluspunten en vijf minpunten op een rij gezet.
De vijf pluspunten van Berlín
- Als je Berlín in je hart hebt gesloten, dan is het natuurlijk fijn om hem weer terug te zien. Maar alle andere overvallers uit La Casa de Papel doen niet mee. Berlíns belangrijkste tegenspeler is dit keer Damián (een rol van Tristán Ulloa), een professor die voor het dievenpad heeft gekozen en samen met Berlín in Parijs een grote juwelenroof op poten zet.
- Gelukkig is er een goede opvolger gevonden voor Tokyo (Úrsula Corberó). De 24-jarige Begoña Vargas speelt de mooie en onstuimige Cameron, die om haar liefdesverdriet te vergeten steeds de grenzen opzoekt en overgaat. Haar tegenpool is Keila, gespeeld door Michelle Jenner. Zij is een preutse nerd die steeds hevig in de war raakt van de grofgebekte hunk Bruce (Joel Sánchez).
- En gelukkig doet ook Najwa Nimri weer mee als politie-inspecteur Alicia Sierra. De scenes waarin ze Spanje en Frankrijk vergelijkt zijn hilarisch: ‘Jullie hebben het Louvre en de Mona Lisa maar wij het Prado en Las Meninas zijn veel schattiger’. Zelfs Raquel Murillo (Itziar Ituño) wordt aan het eind ingevlogen om het grote raadsel op te lossen. Dus toch nog twee bekende gezichten uit La Casa de Papel hoewel ze alleen aan het eind meedoen.
- Hou je van achtervolgingscenes en snelle auto’s dan zul je niets tekortkomen. Schietscenes zijn spaarzamer deze keer.
- Deze opvolger van La Casa de Papel is vooral een aanrader voor romcomliefhebbers want uiteindelijk draait het allemaal om de liefde. Alles loopt in het honderd omdat Berlín hopeloos zijn hart verliest aan Camille Polignac, de vrouw van de baas van het veilinghuis waar ze de juwelen van roven. Ook bij de anderen gooien de hormonen roet in het eten.
En dan de nadelen van Berlín
- Qua verhaal en de manier hoe het verteld wordt is het weinig verrassend. Er wordt een grote roof gepland in het hart van een Europese hoofdstad. Ditmaal is het Parijs. Van tevoren wordt gezegd wat er gaat gebeuren en dat gebeurt dan ook. En net als in La Casa de Papel wordt flink veel geboord om ondergrondse tunnels naar de buit en ontsnappingsroutes aan te leggen. Maar dat levert niet echt boeiende beelden op.
- Het zwakke is dat er geen wisselwerking is met gijzelaars of andere groepen slachtoffers. Het zijn vooral scenes tussen twee mensen: Berlín met Camille of de professor, Keila met Bruce en Cameron met de verlegen Roi (Julio Peña).
- We leren Berlín eigenlijk niet veel beter kennen en de meeste personages blijven nogal vlak. Alleen Cameron en Roi vertellen elkaar tijdens hun vlucht over hun trieste verleden en krijgen daardoor meer sympathie.
- En als Spanjeliefhebbers missen we Spanje natuurlijk. Maar gelukkig spreekt wel iedereen Spaans, ook Camille. Dus wel weer ideaal om je Spaans op te vijzelen. Het is nog een hele uitdaging om te volgen want Pedro Alonso (Berlín) spreekt supersnel.
- Jammer dat de vertaling nogal rammelt. Meermalen komt terug dat Berlín een ‘torero’ is. Dat wordt vertaald als ‘machoman’. Daarmee mis je uiteindelijk de clou en het oer-Spaanse gevoel. Want in de eindscene ontmoeten Berlín en Damián elkaar in een stierenarena en smeden ze plannen voor nieuwe avonturen. Deel 2 zal vermoedelijk niet lang op zich laten wachten.
Wil je meer leuke filmtips en andere leuke tips over Spanje en de Spaanse cultuur? Lees dan ook het heerlijke en interessante ESPANJE! Magazine! Bestel het hier