Hoe ingewikkeld is het om het moederschap en een creatieve carrière te combineren? Die vraag komt ongetwijfeld aan bod komen op dinsdag 25 januari 2022 tijdens het gesprek in de OBA met de de Baskische schrijfster Katixa Agirre. Zij is dan in Amsterdam om samen met vertaalster Mariolein Sabarte Belacortu (die o.a. ooit ook Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez vertaalde) te spreken over haar werk en leven. Agirre (1981) vertelt in haar boek Moeders zullen nooit over de worsteling van een schrijfster die moeder moet en zich afvraagt of dat haar niet zal belemmeren om een goede schrijfster te worden.

Het bezoek  van Agirre is onderdeel van de door het Instituto Cervantes  georganiseerde lezingencyclus De schrijver als hoofdpersoon. Eerder sprak ook Manuel Vilas in die serie, de auteur die in de nieuwste editie van ESPANJE! vertelt over zijn boek Ordesa. Agirres roman Moeder zullen nooit werd onlangs op de lijst van beste boeken van 2021 geplaatst door de Volkskrant.

katixa-agirrek- El Correo

Recensent Maarten Steenmeijer schreef  in de Volkskrant:

 

‘Alice en Ritxi wonen in een mooie wijk van de Baskische stad Vitoria. Ze willen graag kinderen, maar dat gaat niet vanzelf. Daarom probeert Alice met medische hulp zwanger te raken en dat lukt ten slotte. Ze wordt moeder van een tweeling. Maar het jongetje en het meisje leven niet lang: Alice verdrinkt haar kinderen in hun badje. De dubbele babymoord is het gesprek van de dag, maar de naamloze verteller van Moeders zullen nooit neemt daaraan liever geen deel. Daar heeft ze zo haar reden voor: ze is hoogzwanger. Een paar weken lang lukt het haar om de geruchtmakende zaak te negeren. Dat verandert wanneer ze zich, net voordat ze bevalt van een zoon, ineens herinnert dat Alice – die toen nog Jade heette – elf jaar eerder een week lang in de kamer tegenover haar heeft gelogeerd, toen ze ergens in Engeland in een studentenhuis woonde. Wie is Alice? Waarom vermoordde ze haar kinderen? Deze vragen zijn genoeg kapstok om een roman aan op te hangen. Maar Katixa Agirre laat haar verteller niet alleen graven in de ziel van de moordenares, ze laat haar ook en vooral graven in haar eigen ziel. En die heeft heel wat te verstouwen sinds ze zwanger werd. Dat was, om te beginnen, helemaal niet de bedoeling. Haar Zweedse partner is een ‘aardige en fatsoenlijke kerel, betrouwbaar en ontwikkeld’, maar niet per se ‘de geroepene om de vader van mijn kinderen te worden’. Bovendien heeft ze niet lang daarvoor de schrijver in zichzelf ontdekt en laat het schrijverschap zich naar haar idee niet combineren met het moederschap. Ironisch genoeg heeft ze met dit conflict wel een onderwerp te pakken dat haar aan het denken en schrijven zet. Moeders zullen nooit (in het Baskisch geschreven, maar uit het Spaans vertaald) is het alle kanten op schietende resultaat daarvan. Niet alleen haar gedachten en gevoelens zwalken, ook haar tekst wisselt om de haverklap van gedaante. Verhalende fragmenten, innerlijke monologen, dialogen, essay-achtige passages (waaronder een lang hoofdstuk over kindermoord in historisch perspectief) en lijstjes (‘De slechte moeder versus de goede schrijfster: een checklist’) wisselen elkaar af zonder dat je ook maar een moment het idee krijgt dat je te gast bent in een literair laboratorium. Alles stroomt in Moeders zullen nooit en alles (inclusief de humor en ironie) staat in dienst van de existentiële zoektocht van een jonge vrouw wier identiteit op drift is geraakt door het moederschap. Alles, dus ook de kiem van Katixa Agirres verrassende roman: de moord op de tweeling. Want hoe intrigerend op zichzelf ook, in de kieren van Moeders zullen nooit ontpopt Alices monsterlijke moederschap zich tot een spiegel voor de verteller. Zou zij zelf ook in staat zijn tot zo’n daad? Het is, zo kun je in andere kieren lezen, niet alleen aan de literatuur te danken dat zij zich bewust wordt van deze vraag, maar ook dat het antwoord daarop ontkennend is. Het schrijverschap en het moederschap hoeven elkaar dus niet uit te sluiten. Sterker nog: in Moeders zullen nooit kunnen ze niet zonder elkaar.’ Bron: Volkskrant

 

Het interview begint om 15 uur en is te volgen via Youtube.