Het berglandschap in het oosten van Andalusië is zo ruig dat men vijftig jaar geleden bedacht dat hier heel goed Amerikaanse westerns konden worden gesitueerd. Het is niet het Andalusië van de grote kunststeden: voor het Alhambra en de Mezquita moet je verder westelijk zijn. Het is wel een veel rustiger deel van Zuid-Spanje dat authentiek is en daarmee erg sfeervol. Er is een prachtige kuststrook, maar hier ligt ook Europa’s enige woestijn.
Centrale plaats in deze regio is de stad Almería, in grootte de zesde stad van Andalusië. Almeria is geen toeristentrekker. Het is een oude handelsstad met een haven, een middeleeuwse Arabische burcht en een klein historisch centrum. Niet spectaculair, wel sfeervol. Direct naast de haven is een strandje, aan het eind van een roestig luchtspoorlijntje, waar op werkdagen vrouwen uit het centrum hun uurtje zon meepakken. Het luchtspoor met losinstallatie heet Cable Inglés en dateert van 1910. Bij de haven, liggen Arabisch aandoende cafés.
De binnenstad ligt aan de voet van de drievoudig ommuurde Alcazaba, de Moorse burcht die in de 10e eeuw door de kalief van Córdoba werd gebouwd. Ook de mooie kathedraal is versterkt; bij aanvallen van Berberpiraten kon de stadsbevolking zich terugtrekken in de gotische kerk. ’s Avonds is het gezellig op de terrassen van het kerkplein. De straatjes en stegen ten noorden van de kathedraal vormen een waar tapasparadijs. Als je daar doorheen kuiert om een uur of tien ’s avonds komt Almería toch een stuk mondainer over dan midden op de dag. Een leuke tip voor de vooravond is het Centro Andaluz de la Fotografia. Het verbouwde lyceum ligt in een straatje tussen de kathedraal en de jachthaven. Er zijn uitstekende fototentoonstellingen te zien.
Rustig strandgebied met natuurpark
Ten oosten van Almería, in de kuststreek van het natuurpark Cabo de Gata – Nijar word je verrast door niet-toeristische vissersplaatsjes, onbebouwde stranden en rustige baaitjes met helder water. Alleen San José is ietsje groter en heeft wat meer voorzieningen; van een echt nachtleven is hier echter geen sprake. In de levendige Calle Correo is het Centro de Información del Parque Natural gevestigd. Het natuurpark in het heuvelachtige achterland leent zich goed voor wandelingen en tochten op mountainbikes.
Als je van Almería naar San José en de verder gelegen dorpjes wilt moet je voorbij Retamar links aanhouden. Je komt weliswaar langs een mooi stukje kust en kun je naar de vuurtoren op de ‘kaap’ maar dan moet je dezelfde weg weer terug nemen. Agua Amarga is een beetje op toeristen ingesteld, maar dat zijn doorgaans geen buitenlanders, maar Spanjaarden. Cafés, restaurants en een enkel hotel grenzen direct aan het brede zandstrand, dat is een enorm pluspunt van dit niet zo oude dorpje. Ook voor camperaars is dit een superplek. In de immer droge rivierbedding kunnen ze hun darling aan de rand van het strand neerzetten, tegen een te verwaarlozen parkeertarief.
Wit pareltje
Wie de kustweg verder noordwaarts volgt, en dat is zeker geen straf, komt in Mojácar, het meest oostelijke plaatsje van Andalusië dat enige bekendheid geniet. Het is een Moors pareltje, een tegen de heuvels geplakte pueblo blanco die hier toch wat schaarser zijn dan westelijker in Andalusië. Als je over de kustweg Mojácar nadert is de kans klein dat je op slag verliefd raakt op deze plaats. Maar wees gerust, je rijdt eerst door de moderne kustnederzetting van Mojácar, een aaneenschakeling van hotels en restaurants langs het kilometers lange zandstrand.
Maar dan ga je landinwaarts naar het echte Mojácar, het oude witte dorpje op de heuvel waar het knus is. Ook dit dorpje is niet spectaculair of adembenemend bijzonder maar het is heel aangenaam. Het ligt mooi en het is er ’s avonds heerlijk rustig omdat er dan bijna geen verkeer meer is. Het hoofdpleintje is de Plaza Nueva; de politiepost zit onder het uitzichtterras, de Mirador. Daar is een mooi bergpanorama dat zich het best laat genieten op een van de terrassen bij zonsondergang met een caña, een tapbiertje of een copa, een glas wijn. Je kunt hier lekker door de steegjes dwalen en naar het hogere deel van het dorp lopen waar je vanaf de kasteelruïne dan ook weer naar de zee uitkijkt.
Hollywood in de woestijn
Ten noorden van de kuststrook van de provincie Almería ligt de ruige Sierra de Alhamilla, een droog, woestijnachtig gebied. Hier schijnt meer dan 3000 uur per jaar de zon; in De Bilt is dat ongeveer 1500 uur per jaar. De zogenaamde Woestijn van Tabernas, Europa’s enige woestijn, is nauwelijks bekend. Maar toch heeft bijna iedereen wel eens beelden van die woestijn gezien. In de jaren zestig werd de gelijkenis ontdekt met de landschappen van het wilde westen van Amerika. Spoedig daarna diende het Zuid-Spaanse bergland als filmdecor voor Amerikaanse westerns; veelal waren dat spaghettiwesterns, zogenoemd omdat ze door Italianen werden geproduceerd.
Sergio Leone, Clint Eastwood en Lee Van Cleeff liepen hier rond en maakten beroemde films als The good, the bad and the ugly, For a few dollars more en A fistfull of dollars. De legendarische Leone-film Once upon a Time in the West werd ook hier opgenomen met hoofdrollen voor Charles Bronson, Henry Fonda, Claudia Cardinale en een mondharmonica. Maar ook Indiana Jones and the last Crusade werd deels hier geschoten, naast de beroemde opnamen in de Jordaanse ruïnestad Petra. En als Halina Reijn en Jacob Derwig onder een houten veranda schuilen voor de politie in Alex van Warmerdams wat mindere film Grimm, dan is dat in deze Spaanse woestijn. Rond de plaats Tabernas staan cowboys langs de weg om je naar een van de decordorpjes te lokken; de meeste filmsets kregen een tweede leven als themapark. Westernfans en kinderen hebben het doorgaans naar hun zin in de attractieparken Fort Bravo, Western Leone of Oasys-Mini Hollywood; entreeprijzen liggen tussen 10 en 20 euro per persoon.
Moderne slavernij in de Mar del plástico
Rijdend van Almería richting Alpujarras, maak je kennis met wat al enkele decennia de grootste bron van inkomsten is in dit gebied: tuinbouw in plastic kassen. Rond de snel groeiende stad El Ejido – de afgelopen 20 jaar verdubbelde het aantal inwoners! – ziet het helemaal wit van het plastic. Tienduizenden hectaren zijn met plastic overdekt. Deze streek was altijd droog en onvruchtbaar. In de jaren tachtig werd de grootschalige kassenbouw ontwikkeld; water, veel water wordt diep uit de grond gehaald. Vooral de winteroogst vindt zijn weg naar de grote supermarktketens in Noordwest-Europa.
El Ejido is inmiddels een van de rijkste steden van Spanje. De stad haalde nogal eens het nationale nieuws vanwege rassenrellen. In de kassen werken zo’n 40.000 Spanjaarden en waarschijnlijk nog iets meer buitenlanders, voornamelijk Marokkanen en Oost-Europeanen. Naar schatting is de helft daarvan illegaal in Spanje. De werkomstandigheden in de bloedhete kassen zijn abominabel en het stukloon is laag. Maar het arbeidsaanbod blijft hoog en de overheid handhaaft hier mondjesmaat regels en wetten dus de omstandigheden zullen niet snel veranderen.
Vluchten, huurauto, hotels
Een reis door welk deel van Andalusië is makkelijk te regelen en hoeft niet duur te zijn. Vlucht, autohuur en uit eten gaan zijn relatief goedkoop; eenvoudige, maar sfeervolle hostals zijn overal te vinden en kosten veertig tot zeventig euro per tweepersoonskamer. Wie flexibel in zijn reisdata is kan voordelige rechtstreekse vluchten vinden naar Almeria. Boek vooraf een huurauto zodat je meteen op het vliegveld je bagage in de kofferbak kunt gooien. In Almería zijn niet veel hotels. Een topadresje is Hostal Arco Plaza, aan het centrale pleintje van het oude Mojácar. Het heeft zestien kamers, sommige met balkon of terras en wordt gerund door een relaxed stel. Kamers zijn hier prettig geprijsd.
Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (España & más, 1e jaargang, april – mei 2011) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Harry Schuring
Meer lezen?
Andalusië heeft zeer diverse toeristische trekpleisters. Voor de cultuur- en geschiedenisliefhebbers zijn er de historische steden zoals Granada, Sevilla, Cádiz en Córdoba en de prachtige moorse witte dorpjes. Ook Málaga is een populaire stad voor een stedentrip. Voor sportieve toeristen en natuurliefhebbers is er de bergketen Sierra Nevada, met een omvangrijk net van wandelroutes, mogelijkheden voor alpinisme en in de winter uitgebreide wintersportmogelijkheden. En strandliefhebbers strijken neer aan de Costa del Sol.
Tarifa: aangename Andalusische verrassing
Tarifa, te ver voor een lang weekend? Welnee! Je bent met een lowcost airline in een paar uur in Málaga. Auto huren op het vliegveld en als een streep naar het zuiden. Daar wacht je een aangename Andalusische verrassing: Tarifa, puur Spaans, puur natuur, puur… alles!