Om islamitische kunst te bewonderen in Spanje hoef je niet helemaal naar Andalusië te gaan. In het Noord-Spaanse Aragón wemelt het van de moorse en mudéjarbouwkunst. Pronkstuk is het Palacio de Aljafería, dat een voorbeeld was voor de latere bouwmeesters van het Alhambra in Granada. Maar ook in de rest van Aragón vindt je architectonische pareltjes die getuigen van een rijk verleden.

De Aljafería in Zaragoza

 

Dit is de korte versie van een artikel uit ESPANJE! in editie 3 2020 geschreven door Aafke Jochems. Je kunt het magazine HIER bestellen. Scroll door naar optie PLUS 3 om deze editie in de bus te krijgen plus drie andere recente edities en het magazine twee jaar op de mat te krijgen.

De gietijzeren sleutel van de kerkdeur is een joekel van een ding. Hij steekt een stuk boven Manuels achterbroekzak uit, terwijl hij de heuvel op wandelt naar de kerk van het dorpje Maluenda. Vanbuiten ziet deze Iglesia Santas Justa y Rufina er niet zo bijzonder uit, maar als die sleutel eenmaal de deur heeft geopend en dorpsbewoner Manuel de lichten aandoet, vallen we stil.

Geometrische patronen

Tussen die fruitbomen en druivenranken door, duiken in Aragón her en der dorpjes als Maluenda op. De inwoners van deze dorpjes zijn vaak op leeftijd en er lijkt niks te beleven. Maar dat is schijn. Als je even beter kijkt, zie je dat kerken een heel apart uiterlijk hebben. Dan vallen de tegels op en de in geometrische patronen gemetselde bakstenen van de kerktorens en gevels. Net als de kleurige wandschilderingen in kerkinterieuren, evenals het bijzondere schilderwerk en houtsnijwerk van de plafonds. Plus het albast, een doorschijnende steensoort in de kozijnen. Wie eens in Noord-Afrika of het Midden-Oosten is geweest, zal het opvallen dat er veel overeenkomsten zijn met de architectuur en interieurs daar. Maar de mudéjarstijl heef toch een ander en eigen gezicht.

Culturele taifakoningen

De regio Aragón staat vol met mudéjar-bouwwerken, die typisch Spaans en uniek in de wereld zijn, maar vaak compleet over het hoofd worden gezien. Zelfs de Spanjaarden weten er niet veel van, laat staan mensen van buiten Spanje. Natuurlijk is bekend dat verschillende islamitische dynastieën uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika eeuwenlang de dienst uitmaakten in Spanje. Maar dat ze zo noordelijk kwamen en hier ook eeuwen verbleven en hun culturele sporen achterlieten is minder bekend. In een groot deel van Aragón, maar ook in delen van het aangrenzende huidige Catalonië en Valencia, leefde de bevolking van de 8e tot 12e eeuw onder moslimheerschappij. De Aragonese hoofdstad Zaragoza herbergt nog steeds een juweel van een moors paleis uit die tijd, het Palacio de Aljafería. Het werd gebouwd tijdens de hoogtijddagen van de hudí-dynastie, die van 1039-1110 aan de macht was. Dit magnifieke paleis van de vreugde, zoals het werd genoemd, stond model voor de latere mudéjarkunst, maar ook voor het Alhambra in Granada dat in de 13e eeuw werd voltooid. De oorspronkelijk uit Jemen afkomstige familie Bin Hud wist al die tijd behendig te manoeuvreren tussen christelijke koninkrijken en andere moslimheersers in Spanje. Hun taifarijk van Saraqusta, het huidige Zaragoza, reikte zelfs tot Dénia. Het palacio de la alegría werd gebouwd onder taifakoning al-Muqtadir (de Machtige), een getalenteerd politicus en militair, die de kunst en cultuur, en ook de bouwkunst, stimuleerde. Zijn paleis deed niet alleen dienst als fort en feestlocatie, maar was ook de plek waar de koning en zijn opvolgers samen kwamen met intellectuelen en kunstenaars uit hun eigen rijk, maar ook met invloedrijke dichters en denkers uit andere delen van Al-Andalus, het islamitische Spanje. De musicus, filosoof en wetenschapper Avempace die hier in 1085 werd geboren was bijvoorbeeld nauw bevriend met emier Ibn Tifilwit, die hem tot vizier benoemde. Een onbekende naam voor de meesten, Avempace. Maar zijn ideeën beïnvloedden latere grote Europese denkers en wetenschappers als Averroes, Maimonides, Albertus Magnus en Galileo Galilei.

Geen saaie bakstenen

Na de verovering van Zaragoza in 1118 door de christenen vluchtte Avempace naar Xátiva. Koning Alfonso I nam zijn intrek in het rijk gedecoreerde paleis van zijn moorse voorgangers. Hij voelde zich er thuis en verwoestte het (gelukkig) niet, maar breidde het zelfs uit, met behulp van moorse vaklieden. Met de tijd wilden zijn opvolgers hun stempel op stad en streek gaan drukken en vonden zij dat er kerken en kloosters gebouwd moesten worden.‘Probleem’ was dat er geen christelijke vaklui voorhanden waren, wel goede islamitische vakmensen, zoals bouwmeesters, metselaars, stukadoors en timmerlui. Zo kregen islamitische bouwers opdracht kerken en toegangspoorten te ontwerpen en te (ver)bouwen, al dan niet op plekken waar al een Romaanse kerk stond. Deze werklieden gingen uit van bouwmaterialen waar ze hun hele leven al mee hadden gewerkt en van stijlen die ze als geen ander onder de knie hadden. Ook gebruikten ze materialen die gewoon in de regio voorradig waren, zoals grondstoffen voor baksteen en tegels, gips, albast en hout. Inderdaad, doodnormale bakstenen gebruikten ze, maar door ze op ingenieuze wijze te metselen in uiteenlopende geometrische, zich steeds herhalende patronen, steeg de baksteen mijlenver boven z’n saaie imago uit. Deze architectuur, interieuren en kunst van moorse vaklui onder christelijke overheersing, wordt mudéjar genoemd en vind je alleen in Spanje. Met die kanttekening dat kolonisten de stijl hebben meegenomen naar Latijns-Amerika, zodat je daar op een gebouw kunt stuiten dat erop geïnspireerd is.

aljaferia zaragoza

De Aljafería van Zaragoza

 

Teruel bestaat

Ook de buitenzijwand van de Seo, de kathedraal, in hartje Zaragoza imponeert door de virtuositeit waarmee de moorse metselaars met baksteen en tegels te werk zijn gegaan. Als het zonlicht vroeg in de ochtend op de wand schijnt, komt de muur helemaal tot leven. En dan zijn er nog meer kerken, torens en kloosters verspreid door het centrum waar de mudéjar hoogtij viert. Maar eigenlijk biedt het veel kleinere Teruel nog meer. Niet voor niets werden de monumenten in deze stad als eerste erkend als UNESCO-erfgoed in 1986. Teruel is een ommuurde stad met prachtige mudéjar-toegangspoorten, -kerken en een kathedraal met een kleurrijk interieur. Begin deze eeuw schreeuwden de inwoners om aandacht met de campagne ¡Teruel existe!, oftewel Teruel bestaat. In eerste instantie omdat het zo geïsoleerd lag, aangezien geen enkele fatsoenlijke (snel)weg ernaartoe leidde. En vervolgens werd het een toeristische campagne, want hoe was het toch mogelijk dat een stad met zoveel mudéjar-erfgoed, zo links werd gelaten. Stilaan hebben de Spaanse toeristen Teruel ontdekt. Ze komen dan nog vooral voor de jamón de Teruel (ham), maar ze laten zich gelukkig nu ook steeds meer verrassen door al die prachtige mudéjar-bouwwerken.

Mudejararchitectuur in Teruel

Werelderfgoed

De Mudéjararchitectuur van Aragón staat sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst. Eerst behoorden hier alleen vier kerken in Teruel toe: de kathedraal van Santa María de Mediavilla en de kerken van San Pedro, San Martín en Salvador. In 2001 kwamen daar nog zes monumenten uit de provincie Zaragoza bij: de Santa María in Calatayud, Santa Tecla in Cervera de la Cañada, Santa María in Tobed, en het Palacio de la Aljafería, de kerk van San Pablo en de La Seo-kathedraal in Zaragoza. Maar beperk je niet tot deze hoogtepunten en doe net als wij. Ontdek alle verborgen pareltjes in de dorpen van Aragón. Kijk voor een uitgebreide lijst op patrimonioculturaldearagon.es/ruta-mudejar en voor meer uitleg op de site van de UNESCO: whc.unesco.org/en/list/378/

In de zomereditie 2023 van ESPANJE! een special over Aragón van 15 pagina’s met een camperroute van noord naar zuid, kampeertips en een artikel over Zaragoza. BESTEL ESPANJE! HIER