Aan de monding van de rivier de Guadalquivir, in het zuiden van Andalusië, ligt het natuurpark Doñana. Behalve een van de belangrijkste moerasgebieden van Europa is het ook een plek vol mythes en legendes. Lang is gedacht dat onder de marismas, de brakwatermoerassen, verloren steden verborgen zaten. Het park heeft ook aan de wieg gestaan van de Europese natuurbescherming.
Coto Doñana
Coto (jachtterrein) Doñana, is een gebied van ruim vijftigduizend hectare dat bestaat uit uitgestrekte zandheuvels, stranden, bossen en moerassen. Honderdduizenden Europese trekvogels gebruiken de marismas als foeragerings- en ontmoetingsplaats op hun route naar het Afrikaanse continent. Door de wisselende waterstand biedt het moeras een steeds andere aanblik. In de winter en het voorjaar, als het vol water staat, kleurt het roze door de talloze flamingo’s, in de zomer is het één droge vlakte met een wirwar van droogte-barsten. Op bescheiden schaal wordt in Doñana vee gehouden, op grote schaal water onttrokken aan het gebied door de verbouw van rijst, asperges en bloemen. Pas vanaf halverwege de twintigste eeuw is men begonnen de malaria uit te roeien en het gebied te cultiveren door de aanplant van onder andere eucalyptussen, pijnbomen en kurkeiken. Door de inspanning van eminente onderzoekers is in die periode het World Wildlife Fund (WWF) opgericht, dat het natuurpark heeft aangekocht waardoor het heeft kunnen uitgroeien tot een van de belangrijkste plekken van biodiversiteit in Europa. Maar door overexploitatie van het grondwater en de schaarse regenval in het voorjaar wordt het beschermde gebied steeds stiller. Gevreesd wordt dat zonder ingrijpend optreden er geen weg terug meer is.
Verdwenen steden
Tussen de wijde horizonten van het landschap van Doñana verbergen zich mythologische verhalen over de verdwenen steden Atlantis en Tartessos. Veel archeologen hebben zich gebogen over de vraag of die wellicht aan de monding van de rivier de Guadalquivir hebben gelegen. Recent bewijs toont aan dat het water daar enige tijd is geweken waardoor er een stad zou kunnen zijn gebouwd, die later door een vloedgolf is verwoest. Aan de hand van verschillende vondsten en satellietfoto’s is inmiddels gebleken dat Tartessos zo goed als zeker heeft bestaan. Deze beschaving zou zich tussen de elfde en zevende eeuw voor Christus hebben ontwikkeld. Aanwijzingen hiervoor zijn ook al gevonden in citaten van Griekse geschiedschrijvers opgetekend door Romeinse geografen aan het begin van onze jaartelling.
Een ander verhaal dat er de ronde doet is dat van de schilder Francisco de Goya. In 1797 bezocht hij de Coto Doñana in gezelschap van de dertiende hertogin van Alba. Het is heel goed mogelijk dat Goya tijdens dat bezoek zijn twee majas heeft geschilderd: la maja desnuda de naakte maja en la maja vestida de geklede maja, maar een bevestiging is er niet. Waar wel zekerheid over bestaat is het portret dat hij op die plek van de hertogin van Alba heeft gemaakt.
Van latere tijden is de jachtervaring die de voormalige Spaanse koning Juan Carlos – de opvolger van dictator Franco – er opdeed, samen met zijn broer Alfonso. De jonge prinsen schoten op damherten. Ongelukkigerwijs zou Alfonso niet veel later bij een schietincident om het leven komen. Volgens de kleedster van de royals had Juan Carlos een pistool op Alfonso gericht en de trekker overgehaald, niet wetende dat er nog een kogel in zat.
Pelgrimstroom
Het enige pad door het natuurpark leidt naar het pelgrimsplaatsje Rocío, dat ieder jaar met Pinksteren door een stroom pelgrims en feestvierders wordt bezocht. Meer dan honderd hermandades, broederschappen, komen naar die plek om de Heilige Maagd van El Rocío te eren in het kerkje aan de rand van het moeras. Het is de populairste Romería van Spanje. Hoogtepunten zijn het aanraken van de Heilige Maagd in de bomvolle kerk en de processie van de Virgen naar de ermita, kapel. Na het pinksterweekend laten de miljoen bezoekers het gehucht in stof en zand achter.
Frieda Kleinjan-van Braam is de vertaler van onder anderen Antonio Muñoz Molina, David Trueba en Emilio Calderón. Tevens is zij auteur van Tussen Mondego en Taag en het studieboek opSTAP Spaans. Op dit moment is ze bezig met een boek over Spanje waarvan bovenstaand verhaal onderdeel is.
Lees meer artikelen die Frieda heeft geschreven: Spaanse mode, Coto Doñana, Rockmuziek in Madrid, Marinaleda
Meer lezen?
Andalusië heeft zeer diverse toeristische trekpleisters. Voor de cultuur- en geschiedenisliefhebbers zijn er de historische steden zoals Granada, Sevilla, Cádiz en Córdoba en de prachtige moorse witte dorpjes. Ook Málaga is een populaire stad voor een stedentrip. Voor sportieve toeristen en natuurliefhebbers is er de bergketen Sierra Nevada, met een omvangrijk net van wandelroutes, mogelijkheden voor alpinisme en in de winter uitgebreide wintersportmogelijkheden. En strandliefhebbers strijken neer aan de Costa del Sol.
Natuurlijk pretpark: Sierra de Guara
De Sierra de Guara combineert diepe rivierkloven en ruige kalksteenrotsen met een grote roofvogelpopulatie. Een paradijs voor klimmers, wandelaars en gezinnen met jonge kinderen die van avontuur houden. Toch is dit unieke natuurpark in de zuidelijke uitlopers van de Pyreneeën nog altijd vrij onbekend.