De kracht van La Pegatina is overrompelend. De jongens komen het podium op en binnen twee minuten beweegt het hele publiek. Voordat het eerste nummer was afgelopen, was het compleet feest in het Patronaat in Haarlem waar de groep eind februari optrad. “Wat Manu Chao kan, kunnen wij ook,” grijnst Adrià, een van de oprichters van de band uit Barcelona. Zijn glimlach vol zelfspot is veelzeggend.
Adrià – aan achternamen doen deze neo-hippies niet – weet dondersgoed dat hij zich nog niet kan meten met de meester van de mestizo, maar een publiek amuseren lukt zijn band uitstekend. La Pegatina voelt zich zoals vrijwel alle Spaanse popbands schatplichtig aan Mano Negra en Manu Chao. Adrià: “Daarmee begon de belangstelling voor Spaanse popmuziek buiten Spanje. Manu en Sergent Garcia zijn wegbereiders geweest, ook inhoudelijk. Bij ons is de basis rumba en mestizo. Bij Mano Negra was het toch vooral mestizo en rock-‘n-roll. Alle groepen die daarna kwamen, zoals Ojos de Brujo en wij zelf zijn dankbaar voor wat Manu Chao heeft bereikt.”
Daverend succes
Een jaar geleden had niemand in Nederland nog van La Pegatina gehoord. Totdat de groep naar de Flevopolder kwam. Adrià lacht. “Het succes van Lowlands, overigens echt een te gek festival, heeft enorm geholpen, vooral omdat mensen elkaar over ons verteld hebben. Onze latere shows in de Melkweg en Tivoli waren uitverkocht. We waren perplex, dat hadden we nooit verwacht.” Adrià begon de band een jaar of acht geleden met twee vrienden in de straten van Barcelona. “We speelden in bussen, de metro en natuurlijk heel veel op straat. In 2006 namen we onze eerste plaat op. Nu hebben we net ons derde album uitgebracht. We wilden niet alleen maar een cajón, maar een echte drummer erbij om meer energie uit te stralen op de plaat en op het podium. Maar het was niet makkelijk om iemand te vinden. We doen alles zelf en dan moet je elkaar goed kunnen vertrouwen en moet het persoonlijk erg klikken, anders wordt het niets.”
Anderhalf miljoen downloads
De feestelijke muziek van La Pegatina wordt vaak vergeleken met die van Manu Chao, maar dat is te makkelijk. Adrià is het er ook maar ten dele mee eens. “De basis van onze muziek is de rumba, maar we interpreteren die wel op onze eigen wijze. Rumba is nog steeds erg populair in Catalonië. Wij willen die rumba graag wat vernieuwen. Op onze derde plaat Xapomelon, die nu net uit is, spelen we ook met genres als latin, cumbia, merengue, disco, ska en rock. Onze nieuwe drummer Sergi stimuleert ons enorm om andere stijlen te ontdekken. De derde cd onderscheidt zich daarbij vooral van de vorige door een wat steviger geluid.” La Pegatina biedt al zijn muziek gratis aan op internet. ”We willen dat onze muziek bereikbaar is voor iedereen, ook voor mensen die zich de aanschaf van een cd niet kunnen veroorloven.” Mooi gezegd jongens. Maar er zit vast ook een strategische kant aan. Muziek verspreiden via internet en slim gebruik van sociale media kan de bekendheid van een band enorm stimuleren wat de vraag naar live-shows en dus meer publiek doet stijgen. ‘’Dat klopt,” zegt Adrià. “Ons tweede album is anderhalf miljoen keer gedownload en dat blijkt ook stimulerend voor de cd-verkoop. In Spanje krijg je een gouden plaat als je 30.000 stuks hebt verkocht. Van onze tweede cd Via Mandarina hebben we er 12.000 verkocht. We zijn daar zeer tevreden over. Het is met gratis muziek een beetje als met een mooi shirt in de winkel. Dat koop je ook niet zonder het te passen. We weten dat veel mensen die onze muziek gedownload hebben, later toch de cd kopen. Dat horen we als we na de show zelf onze cd’s aan de man brengen.” Inmiddels gaat het de groep flink voor de wind. Hun derde cd Xapomelon werd in de eerste drie dagen na lancering al meer dan 150.000 keer gedownload!
De macht van taal
De band oogt als een gezellige bende op het podium, maar pakt zijn zaakjes wel serieus aan. De jongens doen alles zelf: management, perszaken, productie, marketing, merchandise. Adrià praat opeens gedecideerd. “We willen onze zaken zelf zo goed mogelijk in de hand houden en zo weinig mogelijk bemoeienis van buiten, al kun je dat nooit helemaal voorkomen. We hebben een heldere taakverdeling in de band. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid dan ook serieus. Geen gedoe, altijd duidelijkheid, korte lijnen, het werkt prima.” Ook de liedjes ontstaan in een groepsproces, aldus Adrià. “De gitarist of de accordeonist komt met een deuntje en de anderen spelen op het gevoel wat mee en na een uur hebben we dan een nummer. Dat moet dan natuurlijk nog wel fijn geslepen worden, maar het is er dan wel. Het verloopt altijd in goede harmonie. We zijn vrienden en gunnen elkaar alles. Aan gedoe met ego’s doen we niet. Ik prijs me gelukkig dat we dit al zo lang kunnen, want ruzies zijn natuurlijk vaak het einde van een band.” La Pegatina zingt in verschillende talen: Catalaans, Spaans, Frans en Engels. “We wisselen graag af. In Barcelona vragen de mensen ons om meer Catalaanse nummers en elders in Spanje wil het publiek meer Spaanstalige nummers. Maar we doen waar we zelf zin in hebben en willen vooral niet vastgepind worden. Dus mengen we naar hartenlust alle talen die we aankunnen. Ik wil geen discussies over de macht van de taal en de cultuur. We hebben elkaar in Spanje gewoon nodig dus moet je als Catalaan niet moeilijk doen over het Castiliaans. Maar daar denken veel mensen dus anders over. Ik moet niets hebben van dat puristische en chauvinistische gedoe. Ik vind het niet meer van deze tijd!”
Lees ook: de pioniers van de rockmuziek in Madrid
Dit artikel is eerder verschenen in het magazine España&más (nummer 2, jaargang 2011) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Jos Schuring.