Wie Barcelona bezoekt kan bijna niet om hem heen. Miljoenen toeristen bezichtigen jaarlijks het wereldberoemde park dat zijn idee was en nog altijd zijn naam draagt. Bijna twee eeuwen lang behoorde de familie Güell tot de meest invloedrijke families van Spanje. Eusebi Güell is ongetwijfeld de beroemdste telg uit deze Catalaanse familie. Hij ging de geschiedenis in als industriemagnaat, politicus, maar bovenal als mecenas van Antoni Gaudí. Wie was Eusebi Guëll?

 

Toen Eusebi Güell in 1918 was overleden, klonk bij zijn opgebaarde lichaam in de Santa Mónica-kerk aan het einde van de Ramblas de lofzang Te Deum. Alle belangrijke lokale en regionale gezagsdragers waren aanwezig. Maar ook de Catalaanse bourgeoisie en arbeiders van zijn vele bedrijven brachten hem de laatste eer. Met Eusebi Güell was niet zomaar een zakenman heengegaan, maar een van de meest invloedrijke figuren uit het Catalonië van de laatste eeuwen. Güell was als fervent catalanist groot voorstander en aanjager van de industrialisatie van de regio, maar verdedigde tegelijkertijd de Spaanse kroon. Niet voor niets werd hij in 1908 door koning Alfonso XIII tot graaf benoemd. Anno nu duikt zijn naam nog altijd overal op in Barcelona. 

Cubaans familiefortuin

Eusebi Güell werd in 1846 geboren in Barcelona. Zijn moeder Francesca Bacigalupi overleed kort na de bevalling. Vader Joan Güell, oorspronkelijk afkomstig uit de provincie Tarragona, vergaarde zijn fortuin op Cuba. Als indiano keerde hij terug en vestigde zich in Barcelona, waar hij verschillende bedrijven opzette, onder meer in de textielindustrie. Intussen ontwikkelde Eusebi zich als een modelzoon. Hij studeerde rechten, economie en wetenschap in Spanje, Groot-Brittannië en Frankrijk en sprak vloeiend Frans, Engels en Italiaans. Hij hield van reizen en was bijzonder geïnteresseerd in kunst en architectuur. Het familiegeluk was compleet toen hij in 1871 trouwde met Luisa Isabel López Bru, de dochter van de markies van Comillas. Door dat huwelijk werden twee van de belangrijkste Spaanse families van dat moment met elkaar verbonden. Een jaar later overleed zijn vader. Eusebi Güell erfde niet alleen het familiekapitaal, maar ook Joan Güells bedrijven. De tien kinderen die hij en Luisa zouden krijgen, konden baden in luxe. Maar al dat geld betekende niet dat hij achteroverleunde. Hij was nog maar 29 jaar toen hij in 1875 werd gekozen in de gemeenteraad. Drie jaar later volgde een zetel in de Diputació Provincial en uiteindelijk werd hij senator in de Cortes in Madrid.

 

Dit artikel verscheen eerder in het glossy magazine ESPANJE! Wil je meer interessante artikelen lezen over Spanje en Spaanse architectuur? Neem dan hier voor slechts €1,67 per maand een abonnement op ESPANJE! en mis niks meer.

 

De ontmoeting

1878. In Parijs vindt de wereldexpositie plaats. Güell, dan 32 jaar oud, bezoekt het Spaanse paviljoen, waar een vitrine van eikenhout in combinatie met verfijnd smeedijzerwerk zijn aandacht trekt. Güell is zo onder de indruk dat hij besluit bij terugkomst in Barcelona de maker ervan op te zoeken. De ontmoeting met de toen 26-jarige dandy Antoni Gaudí, die nét was afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Architectuur in Barcelona, is het begin van een jarenlange vriendschap. Het was in die tijd niet ongebruikelijk dat rijke Catalaanse zakenlieden zich tot mecenas ontpopten en Güell werd zonder twijfel Gaudís meest gulle beschermheer. Zijn eerste opdracht waren de meubels voor een paleis van zijn schoonvader in Comillas (Santander). Zijn talent bleef niet onopgemerkt want een andere rijke inwoner van het stadje in Cantabrië, Máximo Díaz de Quijano, gaf opdracht tot de bouw van een villa, El Capricho (De gril), een van de mooiste bouwwerken van Gaudí buiten Catalonië. Opdrachtgever en architect hebben elkaar overigens nooit ontmoet. Gaudí is zelfs niet in Comillas geweest.

 

El Capricho in Comillas

El Capricho in Comillas

 

Nadat zijn schoonvader in 1883 was overleden, had Güell nog meer zaken en geld omhanden. Hij kocht terreinen in Pedralbes – toen een dorpje buiten Barcelona, inmiddels een wijk in de stad -, waar het buitenhuis van de familie stond. Gaudí kreeg de opdracht om de buitenmuren te ontwerpen, drie toegangspoorten en enkele bijgebouwen. Deze pavellons de la finca Güell, zijn tegenwoordig onder begeleiding van een gids te bezoeken. Daarna was het tijd voor het grotere werk: Güell wilde in het centrum van Barcelona een plek waar hij zijn relaties kon ontvangen en sociale en culturele activiteiten kon organiseren. Palau Güell, op een steenworp afstand van de Ramblas, was het enige project waar Gaudí, die géén geldlimiet opgelegd had gekregen, van het begin tot het eind bij betrokken was. Bij de opening was onder meer koningin Maria Christina van Oostenrijk aanwezig. Gaudí was trots op zijn werk. En toen een van Güells dochters klaagde dat er in haar kamer geen piano paste, suggereerde de architect dat zij dan maar viool moest leren spelen.

Acht schoorstenen van Palau Guell

Acht schoorstenen van Palau Güell

 

Arbeiderskolonie buiten de stad

In Groot-Brittannië had Güell intussen kennisgemaakt met arbeiderskoloniën en hij wilde ook zo’n moderne colònia laten bouwen met woningen en sociale voorzieningen in de buurt van het werk. Daarom besloot hij in 1890 om zijn textielfabriek uit de wijk Sants te verhuizen naar Santa Coloma de Cervelló, buiten de stad. Güell geloofde in goede huisvesting en sociale voorzieningen, zoals scholing voor kinderen. Maar het idee van een arbeiderskolonie trok hem ook omdat zijn werknemers, voornamelijk vrouwen, die een stuk goedkoper waren dan mannen, zo beter in de gaten konden worden gehouden. Zo ontstond een van de mooiste modernistische pareltjes van Catalonië. Gaudí kreeg opdracht om de kerk en de crypte te bouwen. Vanaf 1898 werkte de architect eraan, hoewel de eerste steen pas in 1908 werd gelegd. Uiteindelijk werd alleen de crypte afgemaakt.

 

Flop wordt grootste succes

Ook Güells volgende idee kwam uit Groot-Brittannië. Park Güell is anno nu met stip het beroemdste erfgoed van de rijke ondernemer. Voor de aanleg vond hij een braakliggend terrein even buiten de stad. De tuinstad moest een prettige woonwijk worden voor de gegoede bourgeoisie met veel groen, luxe woningen en een openluchttheater, maar het project werd een flop: er was te weinig interesse voor de te bouwen woningen. Uiteindelijk wist Güell Gaudí ertoe te bewegen om dan zelf een van de huizen te betrekken. Ook de familie Güell nam haar intrek in het park. Het was het huis waar Güell in 1918 zijn laatste adem zou uitblazen. Zijn erfgenamen verkochten het park aan de gemeente Barcelona. Die zorgde ervoor dat de tuinstad uiteindelijk werd geopend als stadspark en een eeuw na zijn dood is het een van de meest populaire bezienswaardigheden in de stad.

Parc Guëll in Barcelona

Park Güell in Barcelona

 

TIP: Güell in miniatuur

Op enkele kilometers van Colònia Güell, in Torrelles de Llobregat, kun je in Catalunya en Miniatura bijna de volledige nalatenschap van Eusebi Güell en andere werken van Gaudí zien op Madurodamschaal.

 

Dit artikel verscheen in 2018 in ESPANJE! magazine en is geschreven door Annebeth Vis van Barcelonatips