Santiago Calatrava bepaalde het gezicht van Valencia. Opdrachtgevers staan voor hem in de rij. Of er nu een toren of een metrostation, een universiteitscampus of een brug moet komen, overal – van New York tot Dubai, van Mexico tot de Haarlemmermeer – wil men het liefst een Calatrava. Wie is hij en hoe gaat Calatrava te werk?
Het was bladerend door een boek met werk van architect Santiago Calatrava dat Johnny Örbäck een visioen kreeg. In een sculptuur van zes op elkaar gestapelde kubussen die halverwege om hun as draaien, visualiseerde deze CEO van een grote Zweedse woningcoöperatie een wolkenkrabber. En niet zomaar een wolkenkrabber. Nee, het moest een iconisch bouwwerk worden dat industriestad Malmö, gelegen aan de oevers van de druk bevaren Sontrivier, een allure zou geven die vergelijkbaar was met die van het Opera House in Sydney en het Guggenheimmuseum in Bilbao.
Zwevende kubussen
Örbäcks plan was een waagstuk als je bedenkt dat de organisatie waaraan hij leidinggaf doodgewone huurwoningen bouwde en beheerde voor de Zweedse middenklasse. Maar Örbäck was niet te vermurwen. Hij zocht de Spaanse architect op in diens studio in Zürich en drong er bij hem op aan een ontwerp in te dienen bij de selectiecommissie. Calatrava was terughoudend, want hij had nooit eerder een torenflat ontworpen. Maar hij liet zich overhalen. Een slordige vier jaar later werd in het bijzijn van het Zweedse koningspaar de Turning Torso feestelijk geopend. Örbäck was vanwege de uit de hand gelopen kosten intussen ontslagen. Maar zijn droom was werkelijkheid geworden.Calatrava’s wolkenkrabber is de hoogste van Scandinavië en de op een na hoogste van Europa. Het gracieuze witte gebouw heeft 54 verdiepingen en is 190 meter hoog. Het is opgebouwd uit kubussen die boven elkaar lijken te zweven en over de hele hoogte van het gebouw een draai van 90 graden maken. Hierdoor lijkt het of de kubussen in een continue stroom in elkaar overvloeien. De architect baseerde zijn ontwerp op schetsen van de menselijke wervelkolom die hij eerder had gemaakt.
Dit artikel verscheen eerder in het glossy magazine ESPANJE! Wil je meer leuke artikelen lezen over Spanje en Spaanse architectuur? Neem dan hier voor slechts €1,67 per maand een abonnement op ESPANJE! en mis niks meer.
Veelzijdig kunstenaar
Santiago Calatrava werd op 29 juli 1951 even buiten Valencia geboren als nakomeling in een gezin van vier kinderen. Zijn vader, die aan het hoofd stond van een familiebedrijf dat groenten en fruit exporteerde, droeg zijn liefde voor de kunst over op zijn jongste zoon door hem al vroeg mee te nemen naar het Prado in Madrid. Daar leerde hij de jonge Calatrava dat je nog zo’n slimme zakenman kunt zijn, maar dat een kunstenaar altijd je meerdere is. Calatrava’s vader stierf toen hij dertien jaar oud was. Na de middelbare school meldde hij zich aan bij de kunstacademie in Valencia, maar hij stapte al snel over naar de architectuur. Na deze studie verhuisde hij naar Zürich, waar hij in 1979 afstudeerde in civiele techniek. Deze veelzijdige achtergrond legde de basis van Calatrava’s uitzonderlijke kunstenaarschap. De Valenciaan is een hoogst originele architect, maar ook een bezield beeldhouwer en een ingenieus ingenieur. Het Metropolitan Art Museum wijdde in 2005 een tentoonstelling aan de sculpturen en maquettes van de architect. Niet eerder werd het werk van een nog levende architect zo uitvoerig tentoongesteld.
Hoe werkt Calatrava?
Hoe gaat Spanjes sterarchitect te werk? Zijn creatieve denkproces begint altijd met een schets van een beeld, niet zelden uit de wereld om ons heen: een luikend oog, palmbomen, een harp, een knielende man. Heeft hij het oerontwerp eenmaal te pakken, dan verfijnt hij dat, scherpt het aan en werkt hij toe naar de functie die het moet hebben: een station, een brug, een museum, een verkeerstoren. Geen wonder dus dat de New Yorkse opdrachtgever voor het metrostation van Ground Zero hem vanwege deze werkwijze betitelde als de Da Vinci van onze tijd.
Haute couture
Calatrava maakt geen geheim van de ontstaansgeschiedenis van zijn ontwerpen. Het is een van zijn handelsmerken geworden. Dingt hij mee in een competitie dan haalt hij na een paar minuten zijn waterverfpenseel en een groot vel papier tevoorschijn en schildert hij met een paar ogenschijnlijk achteloze penseelstreken het beeld dat hij in gedachten heeft. Het bovengrondse deel van het metrostation op Ground Zero bestaat uit twee vleugels van een wegvliegende witte duif. Het idee voor dit ontwerp presenteerde hij met de tekening van een meisje dat met uitgestrekte handen een duif vrijlaat. Zo kort is de lijn tussen Calatrava’s oorspronkelijke idee en het uiteindelijke bouwwerk.Calatrava’s bouwwerken – bruggen, musea, concertzalen, verkeerstorens, treinstations, universiteitscampussen – zijn niet alleen uniek van vorm, het zijn ook imposante staaltjes van technisch vernuft. Zo kunnen de enorme vleugels van de New Yorks duif open worden geklapt om het licht binnen te laten en kunnen ze weer dichtgeklapt worden als de regen daartoe noopt. Een ander beroemd voorbeeld is het enorme oog in La Ciudad de las Artes y las Ciencias in Valencia, dat open en dicht kan. Calatrava’s onnadrukkelijke maar briljante ingenieurswerk werd ooit vergeleken met een haute-couturejurk: je hebt geen flauw benul hoe het ding in elkaar steekt, maar het is adembenemend en het kost een fortuin om te maken.
Onweerstaanbaar merk
De betoverende kracht van Calatrava’s werk verklaart misschien waarom hij nog altijd zo ontzettend gewild is, ondanks de gigantische begrotingen van zijn projecten, de peperdure onderhoudskosten en, last but not least, de buitensporige budgetoverschrijdingen die zich bij elk project (het metrostation in New York kostte uiteindelijk vier in plaats van de twee miljard dollar die oorspronkelijk was begroot) voordoen en de gebreken die nogal wat van zijn bouwwerken na verloop van tijd vertonen. Het aantal processen die naar aanleiding hiervan tegen hem zijn aangespannen zijn zo langzamerhand niet meer te tellen. Maar wat er ook gebouwd moet worden, overal ter wereld wil men het liefst een Calatrava. Geen twijfel mogelijk: Calatrava is een merk. Een peperduur, maar onweerstaanbaar merk.
Calatrava in Nederland
In Nederland zijn in de Haarlemmermeer drie bruggen van Calatrava te zien. De bruggen worden vanwege de op snaren gelijkende tuien de harp, de citer en de luit genoemd. In Haarlemmermeer was de bouw van de bruggen behoorlijk omstreden, vanwege de hoge kosten en het door tegenstanders megalomaan genoemde idee om de gemeente met de bruggen op de kaart te zetten’ Voor de bouw was in 1999 16,4 miljoen euro beschikbaar gesteld, maar de uiteindelijke bouwkosten bedroegen 28,8 miljoen euro. Bovendien moest er in 2007 nog eens ruim 5 miljoen euro worden uitgetrokken worden om roest te voorkomen. Maar we hebben in Nederland zo wel onze eigen Calatrava’s.
Dit artikel verscheen in 2017 in ESPANJE! magazine en is geschreven door Henriëtte Aronds