Vall de gallineraBij veel Nederlanders is de Jalónvallei, of Vall de Pop, in het achterland van de noordelijke Costa Blanca, geliefd. Maar Vall de Gallinera, met zijn ruige bergen en witte dorpen, is minder bekend. ESPANJE-lezer Saskia van Limburg Brouwer woont sinds kort in Denia en ging op ontdekking. ‘Het is er adembenemend mooi, absoluut een bezoek waard voor iedereen die van natuur en bergen houdt.

 

Een zee van bloesem

De vallei ligt op zo’n 40 km in het achterland van de kust bij Denia. Via Pego rijd je via de CV700 naar deze prachtige vallei, die omringd wordt door de Sierra de les Solanes, Almirante en Penya Foradá. Na Pego wordt de weg steeds steiler en worden de bochten steeds scherper, de bergen ruiger en hoger en opeens doemen er terrassen op met amandel-, olijven- en bovenal kersenbomen. Tussen februari en april veranderen de bergflanken in een zee van witte bloesems. Vanaf de oogst in mei tot in de zomer kun je hier genieten van de overheerlijke kersen die te koop worden aangeboden of in de vele restaurants worden verwerkt in tongstrelende gerechten.

 

amandelbomen Costa Blanca

 

Wandeling langs moorse dorpjes

Maar niet alleen voor kersen en de lokale gastronomie van de dorpjes in de vallei waag je je langs de steile, bochtige route hiernaartoe. Voor wandelaars is er de prachtige ‘ruta dels 8 pobles’: route van 8 dorpen, een lineaire wandeling van 14 km langs de acht witte dorpen van de Vall de Gallinera. Ook kun je met de auto of fiets een tocht langs de dorpen maken, of, zoals wij deden, een deel van de wandeling doen.

De namen van de dorpen doen denken aan tijden dat de Moren hier de dienst uit maakten; Benirrama, Benailí, Benissivà, Benitaia, La Carroja, Alpatró, Llobai en Benissili. Omringd door bergen en kersenbomen, wandelen we in complete stilte van Benirrama naar Benailí en Benissivà, die alleen gescheiden worden door een weg. We passeren ruïnes van een burcht, witte en kleurige huisjes en staan even stil bij oude wasplaatsen met foto’s van vroegere tijden. We verwonderen ons over de overweldigende omgeving en de rust. Ons oog valt opeens op een rond gat in de bergen. Op bepaalde data in maart en oktober schijnt door dat ronde gat in de Penya Forradá de zon in een rechte lijn, een bijzonder natuurfenomeen. Het is voor echte wandelaars ook zeer de moeite om de Penya Forradá te beklimmen.

 

Onbewoond dorpje en grotten

In Benirrama komt net een kleine carnavalsoptocht aangelopen als we bij één van de kleine barretjes zijn neergestreken. In andere dorpen lijkt de tijd te hebben stilgestaan, maar overal zijn wel kleine restaurantjes. Het dorp Llobai is helemaal onbewoond. In de omgeving van Benirrama en Benailí zijn eveneens grotten te bezoeken met bijna 400 tekeningen van verschillende periodes tussen 7000 AC en 1000 AC.

Trek je verder het binnenland in dan kom je in één van de ruigste gebieden van het noordelijke deel van de Costa Blanca, de Vall de Alcalà en Vall d´Ebo. Ook hier zijn verschillende fiets-en wandelroutes uitgezet. Het Gallineradal heeft mij echt verwonderd, en is echt een aanrader voor iedereen die van ruige natuur, bergen, rust, wandelen en fietsen houdt.

Het achterland van de Costa Blanca is geliefd onder fietsers. Het is prachtig maar je fietst vaak over dezelfde weg als auto’s, dus wees altijd op je hoede, ook bij afdalingen. Check hier routes in Vall de Gallinera.