Madrid uitzicht

Een citytrip naar de Spaanse hoofdstad in het vooruitzicht? Grote kans dat de bekende musea op het programma staan, je een copa wilt drinken op het bekende Plaza Mayor en mensen gaat kijken bij de altijd drukke Puerta del Sol. Maar wil je Madrid echt leren kennen, duik dan de verschillende wijken in. Redacteur Carlijn Teeven woonde vier maanden in de stad en ontdekte de leukste barrios.

Chueca & malasaña (Hipsters en homo’s)

Chueca wijk in Madrid

Officieel zijn Chueca en Malasaña twee losse buurten, maar omdat ze aan elkaar grenzen en allebei een hoog ‘hipstergehalte’ hebben, worden ze vaak in één ademgenoemd. Chueca staat bekend als de barrio gay van de hoofdstad. Je vindt hier niet alleen bars, maar ook restaurants, winkels, reisbureaus en boekenzaakjes die speciaal zijn gericht op het homoseksuele publiek.

Dat wil overigens niet zeggen dat hetero’s zich hier niet goed zullen vermaken! Uitgaan kan in Chueca elke dag van de week en veel clubs sluiten hun deuren niet voor de zon opkomt. Een hoogtepunt voor de wijk is de Gay Pride, die elk jaar eind juni of begin juli wordt gehouden (dit jaar tussen 19 juni en 2 juli). Twee weken lang wordt er volop gefeest en mag er op straat alcohol worden gedronken. Uiteraard wordt er op de laatste dag een grote kleurrijke parade georganiseerd, waarbij deelnemers in optocht over de Gran Vía gaan, de ‘Grote Weg’ van de hoofdstad. Het is de grootste LGBT Pride van Europa. Aan eetgelegenheden geen gebrek in Chueca. In Spaanse sferen raak je bij de Mercado de San Antón of El Tigre (Calle de las Infantes), waar je standaard een gratis tapa bij je drankje krijgt.

Aan Chueca grenst de hipsterwijk Malasaña, die de laatste jaren werd overgenomen door jong en modebewust Madrid. Resultaat: hippe fietsjes in het straatbeeld, barretjes met bijzondere koffies en sapjes en volop winkels met tweedehands kleding en spulletjes voor in huis. De Mercado de Fuencarral (Calle Fuencarral) is een walhalla voor vintageshoppers. Op Plaza de San Ildefonse en Plaza Dos de Mayo is het op zomeravonden en in het weekend zien en gezien worden en geduldig wachten tot er een tafeltje vrijkomt op het terras. Kenmerkend voor de wijk is de streetart. De gemeente laat de mooie plaatjes staan, waardoor Malasaña een van de kleurrijkste wijken van Madrid is.

DIT ARTIKEL VERSCHEEN EERDER IN ESPANJE! MAGAZINE. WIL JE MEER LEUKE EN HANDIGE SPANJETIPS? NEEM DAN HIER EEN ABONNEMENT EN MIS NIKS MEER. JE KUNT DAN OOK GRATIS MEER DAN 20 EERDERE EDITIES LEZEN.

Las letras (de schrijvers)

Las letras wijk in Madrid straat

‘De Letters’ dankt zijn naam aan de bloei die de wijk in de 16e en 17e eeuw doormaakte op het gebied van literatuur. De bekendste schrijvers uit de Spaanse Gouden Eeuw woonden en werkten in Las Letras, onder wie Cervantes, Quevedo, Góngora en Lope de Vega. De huidige straatnamen in de wijk verwijzen naar de schrijvers die hier en in de verre omstreken furore maakten. De meeste bouwwerken uit de Gouden Eeuw zijn inmiddels gesloopt, maar een aantal bijzondere exemplaren staat nog altijd overeind. Zo vind je in de Calle Cervantes het Casa-Museo de Lope de Vega, het huis waar de Spaanse schrijver Félix Lope de Vega y Carpio tussen 1610 en 1635 woonde. Het gebouw werd omgetoverd tot museum en kan sinds 1935 door publiek worden bezocht.

Op nummer 87 van de Calle de Atocha stond ooit de drukkerij van Juan de la Cuesta, waar onder andere de eerste editie van deel één van de Don Quijote werd gedrukt in 1604. Waarschijnlijk wist destijds niemand dat dit ruim 400 jaar later nog altijd het belangrijkste werk uit de Spaanse literatuur zou zijn. Het monumentje aan de muur herinnert nog aan de drukkerij en binnen in het gebouw kun je – op afspraak – een replica van de pers bekijken of een theatervoorstelling bezoeken. Cervantes zelf werd in 1616 begraven in het Convento de las Trinitarias Descalzas de San Ildefonso (Calle Lope de Vega 18).

Lees ook: Het Prado museum in Madrid

La latina (slenteren en biertjes drinken)

Het feit dat Madrid de meeste bars per inwoner van Europa heeft, is deels te danken aan La Latina, een van de oudste wijken van de stad. De terrasjes lijken hier standaard bezet en in elke bar gaan de cañas en tapas de hele dag door als warme broodjes over de toonbank. De centraal gelegen barrio, tussen het hart van het centrum en stadsdeel Palacio, heeft een aantal grote pleinen en is overwegend autovrij, wat het bijzonder fijn slenteren maakt.

Een favoriet in de wijk is El Rastro, de wekelijkse markt waar allerhande spullen worden verkocht: kleding, sieraden, woonaccessoires, boeken, vogeltjes… Op zon- en feestdagen worden hier honderden kraampjes uitgestald en kun je urenlang koopjesjagen. Tip: afdingen hoort erbij! Teatro de La Latina (Plaza de la Cebada) is een van de bekendste theaters van de stad en kenners hebben kans om in de buurt bekende Spanjaarden tegen het lijf te lopen. La Latina dankt zijn naam aan Beatriz Galindo, een Spaanse schrijfster uit de 15e eeuw, die La Latina werd genoemd.

Salamanca (el barrio Pijo)

Salamanca is met stip de meest chique buurt – officieel is het overigens een district – van Madrid en misschien wel van heel Spanje. De prachtige gevels maken dit tot een van de meest elegante wijken van Europa. Hier wonen en winkelen de rich and famous, politici en bankdirecteuren. Dat zie je aan de etalages:zaken waar alleen maar (echte!) bontjassen, jagerskleding of de duurste Spaanse wijnen worden verkocht. Met voor de deur standaard een portier, uiteraard. Winkelgebied Milla de Oro (de straten Serrano, Velázquez, Ortega y Gasset en Juan Bravo) spant de kroon. In deze ‘Gouden Mijl’ tref je geen goedkope ketens, maar alleen ’s werelds meest luxe kledingmerken. Hoewel de wijk deels over een prima fietspad beschikt, geven de inwoners de voorkeur aan hun eigen SUV of de taxi.

In Salamanca komen relatief weinig toeristen, maar ook als je geen bijzonder grote portemonnee hebt, kun je je hier prima vermaken. Ga ergens zitten en vergaap je aan kinderen die er standaard uitzien alsof ze hun eerste communie gaan doen, oudere dames die zijn behangen met de duurste diamanten en hondjes die een persoonlijke stylist lijken te hebben. In de zomervakantie is het hier uitgestorven. Laat je budget het niet toe om hier uitgebreid te gaan lunchen, neem dan wat lekkers mee en ga picknicken in het grote Retiropark, dat aan de rand van Salamanca ligt.

Lees ook: Dagje shoppen in Madrid

Lavapiés (bruisende multicultiwijk)

Eind 20e eeuw veranderde Lavapiés in dé multiculturele wijk van de hoofdstad. Er zouden hier liefst 82 verschillende nationaliteiten wonen en naar schatting 60 procent van de bevolking is van niet-Spaanse afkomst. Heb je genoeg van de Spaanse keuken? Dan kun je je hier laten verrassen met Afrikaanse, Aziatische of Zuid-Amerikaanse gerechten. Er is zelfs een straat, de Calle Lavapiés, waar bijna alleen maar Indiase en Pakistaanse restaurants zitten en waar je vaak voor minder dan €10 een dagmenu met heerlijke curry kunt scoren. In het weekend gaan veel Afrikaanse inwoners al zingend, dansend en trommelend de straten door en is het één groot feest, zeker als de Madrileense zon een beetje meewerkt. Aan de Calle Argumosa stikt het van de terrasjes, maar moet je bij goed weer goed zoeken naar een tafeltje.

Net als Malasaña is Lavapiés een favoriet onder graffitikunstenaars, die hier de mooiste kunstwerken achterlaten. Tot 1492, het jaar waarin de Joden uit Spanje werden verbannen, zou dit de Joodse wijk van Madrid zijn geweest – al zijn de meningen hierover verdeeld. De naam Lavapiés – dat vertaald kan worden als ‘voeten wassen’ – zou refereren aan het wassen van voeten voor zij de synagoge ingingen. De kerk van San Lorenzo (Calle Doctor Pega 2) zou gebouwd zijn op de resten van de oude synagoge. Lavapiés wordt overigens soms niet als op zichzelf staande wijk gezien, maar als onderdeel van de grotere wijk Embajadores.

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (Steden & routes, 6e jaargang, april – juni 2016) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Carlijn Teeven