Zwakke harten, slappe longen, stijve botten, bang voor de winter, geen zin in de kou: enkele motieven van duizenden 65-plussers begin jaren zeventig om een maand of vijf in Spanje door te brengen. In het kielzog van deze trend kwam het massatoerisme naar de zonovergoten costa’s op gang.
Overwinteren in de zon is van alle tijden. Vooral voor beroemdheden met een uitpuilende portemonnee was het eerder regel dan uitzondering. Dankzij de Noodwet Ouderdomsvoorziening – de latere AOW -, waaraan Willem Drees zijn bijnaam ‘Vadertje Drees’ te danken heeft, werd het ook voor 65-plussers bereikbaar. Zij hadden immers alle tijd en konden het nu ook betalen.
Lees ook: 10 redenen om (nu meteen) naar Spanje te verhuizen
Ludieke stunt
Vijftig pensioengerechtigden hadden in 1970 flinke mazzel. Deze leden van de Algemene Bond van Bejaarden werden door Airtour Nespanda uitverkoren voor een gratis verblijf van 64 dagen onder de Spaanse zon. Ze hoefden alleen zelf in de kosten van hun levensonderhoud te voorzien. Een ludieke stunt waarmee dit reisbureau wilde aantonen hoe goedkoop het was om maandenlang in het zonnige zuiden van Spanje te verblijven. Destijds had je voor 250 gulden een tweepersoonsappartement of hotelkamer voor een dergelijke periode inclusief retourvlucht naar Spanje. De actie was ook gunstig voor Nespanda, want reisbureaus moesten kamers afnemen op jaarbasis. ‘Goedkope bezetting is altijd beter dan leegstand,’ zei adjunct-directeur van Nespanda G.P.A. Molleman in 1970 in het blad van de Algemene Bond van Bejaarden. Voor de Spaanse kustgemeenten zelf was het een uitgelezen kans om de seizoensafhankelijkheid van het toerisme te verminderen.
Wandelende reclame
De teruggekeerde bejaarden werden wandelende reclame voor overwinteren aan de Spaanse kusten. ‘Ik kwam bijna kreupel, maar vertrek hier bruingebakken en foxtrottend,’ zei de een. En ‘Ach, ik beschouw het als een soort sport dat bruin worden, en bonen doppen doe ik thuis ook,’ vertelde de ander. Alle ervaringen werden nauwkeurig opgetekend door een panel van de bejaardenbond, om andere 65-plussers ervan te overtuigen dat het goed te doen was om van een AOW’tje lekker de benen te strekken in de Spaanse zon. De AOW bedroeg in die tijd ongeveer €470 per maand, dus een lang verblijf was prima te doen. Zeker omdat het leven in Spanje veel goedkoper was dan thuis. Daarna ging het snel. In 1970 sprak men nog van een paar duizend Nederlandse overwinteraars. De krant van de Algemene Bond van Bejaarden uit 1976 kopte al ‘10.000 Nederlanders deze winter naar de Spaanse zon’ en in 1978 schreef het AD: ‘Als vorsten aan de Costas: 30.000 Ollanders.’ De knipsels werden zorgvuldig bewaard door de nu 92-jarige Jenny van der Loos. Zij werkte vanaf eind jaren zestig aan de Costa del Sol als hostess voor Nespanda en later voor D-Tours en kan nu nog levendig vertellen over de enorme transformatie die deze kust sindsdien heeft ondergaan.
Lees ook: Waarom Spanjaarden zo oud worden
Van vissersdorpjes tot metropool
Jenny zag hoe de Costa del Sol in zo’n vijftig jaar veranderde van een landelijke kust met verlaten stranden en kleine vissersdorpjes in een door massa’s toeristen overspoelde aaneengesloten metropool. Alleen uit de verschillende plaatsnamen kun je nog herleiden dat het vroeger om gescheiden dorpjes ging. Nu zie je vanaf het vliegveld van Málaga tot ver voorbij Marbella – ruim 60 kilometer – enkel bebouwing. Niet alleen vlak langs het strand maar ook op de flanken van de bergen achter de kust verschenen in rap tempo talloze urbanisaties. Waar men zeezicht kon verzorgen, werd gebouwd in antwoord op de explosief groeiende vraag. De cijfers spreken voor zich: in 1959 waren er 50.000 toeristen aan deze kust. Eind 2014 kwam het aantal toeristen voor het eerst uit boven de 10 miljoen.
Lees ook: Ondernemen in Spanje: Patricia en Geert aan de Costa del Sol
Costa Holanda
De Costa del Sol en Costa Blanca veranderden in een Costa Holanda met bingo, klaverjassen, sinterklaasfeest en dansavonden. Zo zorgden Jenny en haar collega’s ervoor dat de overwinteraars zich niet ontheemd voelden. Want het ging ook weleens mis. Niet alleen door heimwee, maar ook door ziekte. Jenny: ‘Op elke duizend klanten waren drie tot vijf kisten nodig voor repatriëring en werden tien tot vijftien mensen opgenomen in een Spaans ziekenhuis. Gelukkig was ook in die tijd de gezondheidszorg in Spanje al relatief goed.’ Aangetrokken door de grote hoeveelheden potentiële klanten, kwamen er al snel Nederlandstalige artsen naar de populairste gebieden en werden meertalige klinieken en zorgcentra geopend. Ook andere ondernemers roken hun kans en begonnen zaken als supermarkten, slagers, maaltijd diensten, autoverhuur en makelaarskantoren.
Aan de Costa Blanca nam het fenomeen overwinteren vooral in Benidorm een hoge vlucht. De populaire badplaats wordt zodoende nog steeds geassocieerd met grijze hoofden en telt waarschijnlijk het hoogste aantal rollators en scootmobielen per hoofd van de bevolking van Spanje. Het is er in de winter net zo druk als in de zomer, alleen ligt de gemiddelde leeftijd dan dertig jaar hoger. Geen andere plek in Spanje kent zo’n rijk Nederlandstalig verenigingsleven, met circa twintig clubs en een Nederlandstalig weekblad, Hallo, dat een groot publiek heeft. Speciaal op ouderen afgestemde servicehotels maken het ook voor mensen met een zorgvraag mogelijk om de wintermaanden door te brengen in de Spaanse zon. Er is zelfs een vereniging voor Nederlandse gepensioneerden in Spanje, die regelmatig publiceert over wijzigingen in de AWBZ of over veranderende fiscale regelgeving.
Lees ook: Costa Blanca: 6x de leukste tips van locals
Beni-York
Pedro Zaragoza Orts (1922-2008) legde de basis voor het fenomeen dat later ‘massatoerisme’ zou gaan heten. Hij werd in 1950 door de regering van dictator Francisco Franco aangewezen als burgemeester van het toen nog onbeduidende vissersdorpje Benidorm. Hij besloot vooral de hoogte in te laten bouwen en zo ontstond Beni-York of het Spaanse Manhattan. Benidorm heeft inmiddels het grootste aantal hoge gebouwen per inwoner ter wereld en na Londen en Parijs het grootste aantal hotelbedden van Europa. Door de hoogbouw kan de stad met een bevolking van zo’n 75.000 mensen een half miljoen vakantiegangers en overwinteraars onderdak bieden. Inmiddels vormt het toerisme in Spanje maar liefst 11 procent van het bbp. Tot oktober 2015 bezochten 54,4 miljoen toeristen het land, bijna 4 procent meer dan in dezelfde periode het jaar ervoor. Een record! Gelukkig beseffen steeds meer Nederlanders dat Spanje veel meer is dan zon, zee en strand en ontdekken ze ook het fascinerende achterland.
Tekst: Else Beekman
Else Beekman woont sinds 2003 in Málaga en geniet met haar twee zoontjes van de prachtige omgeving en van het Spaanse leven met een internationaal randje. Ze schrijft voor diverse media, waaronder haar eigen websites InSpanje.nl en MeerSpanje.nl. Dit artikel verscheen in Espanje nummer 1 2016. De informatie in het artikel kan dus achterhaald zijn.