Stel je hebt één dag in Barcelona, welke must sees mag je dan zeker niet overslaan? Welke highlights kun je beter links laten liggen? En hoe krijg je zoveel mogelijk mee van de leukste wijken in de stad? We zochten het voor je uit.
Ga fietsen!
Om echt veel van de stad te kunnen zien in een zo kort mogelijke tijd, doe je er goed aan een fiets te huren bij een van de vele aanbieders. Het centrum van Barcelona is relatief klein en met een bicicleta verplaats je je snel en krijg je bovendien veel van de omgeving mee. In de gezellige maar drukke centrumwijken kun je ’m prima op slot zetten en even achterlaten, bijvoorbeeld als je een rondje wilt maken langs de leuke boetieks of om ergens een café con leche of een copa de vino te bestellen. In de smalle straten is het vaak onpraktisch om te fietsen, dus stap daar desnoods af en neem je fiets aan de hand.
Lees ook: leuke fietsroutes in Barcelona
Ciutat Vella
Begin je tripje in het historische cenrum, Ciutat Vella. Leuke buurten zijn de Barri Gòtic (gotische wijk) en El Raval. De Ramblas, die beide buurten van elkaar scheidt, kun je beter overslaan. Te druk, te toeristisch en
te onpersoonlijk. In de gotische wijk bezoek je de kathedraal en duik je vervolgens het oude Joodse gedeelte van Barcelona in, een wirwar van romantische steegjes waar tegenwoordig steeds meer hippe winkels en bijzondere boetieks gevestigd zijn. Ook Plaça Sant Jaume en zeker Plaça Reial – misschien wel het mooiste plein van de stad – zijn een bezoekje waard. Steek de Ramblas over en je staat in immigrantenwijk El Raval, te herkennen aan de vele islamitische supermarkten en kleurrijke invloeden uit de hele wereld. Hier vind je onder meer het Museum voor Hedendaagse Kunst, MACBA, maar ook de fantastische versmarkt, de Boquería, waar je gegarandeerd je ogen uitkijkt en prachtige plaatjes kunt schieten.
Tijd voor koffiepauze? De trendy Bar Lobo is absoluut favoriet en als het daar te druk is of als je op zoek bent naar wat meer authenticiteit, ga dan naar Granja Viader, een klassieker waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Nadeel van dit laatste adresje is dat je er niet op het terras kunt zitten.
El Born
In plaats van El Raval kun je natuurlijk ook kiezen voor El Born, aan de andere kant van de gotische wijk. Ook deze buurt maakt deel uit van het historische centrum en ook hier bieden de middeleeuwse straten de nodige verkoeling tegen de hitte. Ga zeker de kerk Santa María del Mar binnen. Kunstliefhebbers kunnen het Picassomuseum bezoeken (maar houd er wel rekening mee dat hier op drukke dagen een lange rij kan staan en dat is natuurlijk zonde van je tijd). Ook een aanrader is het culturele centrum El Born CC, waar je meer leert over de historie van de wijk en van Barcelona in z’n geheel. Tussendoor uitrusten kan aan de overkant van de straat, waar stadspark La Ciutadella ligt.
Afhankelijk van het tijdstip waarop je El Born bezoekt kun je er heerlijk ontbijten, lunchen, dineren of cocktails drinken. Een paar favorieten zijn Llamber en Bar Mundial. Bij Llamber zit je vroeg op de dag heerlijk in de zon en kun je een goed ontbijtje krijgen. Later op de dag bestel je er luxe tapas van de kaart en natuurlijk een copa van een van de vele wijnen. En Bar Mundial is een traditionele tapasbar die al decennialang meegaat. Fantastische kaart, goede porties en altijd vers.
La Barceloneta
Ga vooral niet langs het (volle!) strand liggen als je maar één dag hebt, maar de kustlijn van Barcelona wil je misschien wel even zien. Vanuit de gotische wijk of El Born zit je op de fiets zo in La Barceloneta. Neem de boulevard langs de oude haven tot aan het strand. Bij strandtent La Guingueta de la Barceloneta kun je wat lekkers bestellen. Ook leuk onderweg is het dakterras van het Museu d’Història de Catalunya, voor een koffie of een mojito met uitzicht.
Toch een beetje Gaudí
De Sagrada Família zouden wij overslaan, want alleen al het kopen van een kaartje kan veel tijd in beslag nemen. Bovendien is in het hoogseizoen de kans klein dat je er ook meteen naar binnen kunt. Wil je het meesterwerk van de modernistische architect Antoni Gaudí toch per se gezien hebben, zorg dan dat je van tevoren kaarten bestelt via internet. Datzelfde geldt voor Park Güell, dat wij eveneens afraden voor dagtoeristen omdat het een eind uit het centrum ligt en een bezoek dus behoorlijk wat tijd kan kosten. Toch benieuwd naar het werk van Gaudí? Pik dan in ieder geval de Passeig
de Gràcia mee. Hier bevinden zich onder meer de woningen Casa Milà en Casa Batlló. Tip: bij Casa Milà (La Pedrera) een koffiepauze inlassen in het mooie café-restaurant. Bovendien is de elegante promenade met de trencadís-mozaïekbanken en sierlijke lantaarnpalen zelf ook de moeite waard. Je vindt er de flagshipstores van bekende retailers en ook de meeste luxe merken hebben er een winkel. Je loopt de Passeig de Gràcia zo op vanaf Plaça Catalunya, het hart van de stad, en ook in dit geval is fietsen een goede optie.
Lees ook: top 10 beste hotels Barcelona
Lekker tafelen
Natuurlijk wil je na zo’n dagje stedentrippen ook ergens goed dineren. Barcelona biedt opties genoeg en iedere wijk heeft weer z’n eigen aanbod. Een geweldig restaurant, met voor elk wat wils, is El Nacional, ondergebracht in een enorme voormalige garage. Het is gevestigd aan de Passeig de Gràcia en je kunt er kiezen uit meerdere keukens, waaronder tapas, vlees en vis.
Op zoek naar iets in het oude centrum? In de gotische wijk moet je voor goede tapas bij Sensi zijn. Deze tapaszaak heeft inmiddels drie ves- tigingen, met alle drie een andere kaart en dito inrichting. De tapas zijn van prima kwaliteit en het aanbod is er net iets anders dan in de traditionele tapasbar.
Een origineel, maar wel behoorlijk toeristisch, alternatief om lang te tafelen is Los Caracoles, een kwaliteitsrestaurant uit 1835 met een kaart vol lokale gerechten. Bij binnenkomst moet je eerst langs de keuken (de enige in de stad waar nog wordt gekookt op hout en kolen) om naar een van de vele authentieke eetzaaltjes te worden gebracht. De obers weten precies hoe ze het je naar de zin moeten maken en wees niet verbaasd als er halverwege de maaltijd ineens een paar muzikanten aan je tafel staan. Dineren is hier een belevenis.
Dansen
En na het eten heb je misschien nog wel energie over voor een avondje uit. Ook in dat geval geldt: aanbod genoeg. Wat dacht je van een concert bijwonen in het Palau de la Música Catalana, een modernistische concertzaal ontworpen door een tijdgenoot van Gaudí, Lluis Domenèc i Montaner? Of een avondje opera in het beroemde Gran Teatre del Liceu aan de Ramblas? Voor een Spaans tintje kun je een flamencospektakel bijwonen in Palau Dalmases in de wijk El Born vlak bij het Picassomuseum. Ook een aanrader is JazzSí in El Raval, waar op zaterdagavond flamencoshows worden gegeven. Liever zelf met de voetjes van de vloer? Tot in de vroege uurtjes kun je dansen bij een van de vele clubs en discotheken in de stad. Langs het strand zitten bijvoorbeeld de populaire clubs Shôko en Opium, maar je kunt ook kiezen voor La Terrrazza op de stadsheuvel de Montjuïc, de openluchtclub die alleen open is in de zomermaanden. De meeste clubs zijn tot een uur of zes geopend. Met een beetje geluk vind je daarna een café waar je alvast stevig kunt ontbijten, zodat je weer klaar bent voor vertrek.
Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (España & más nummer 3, jaargang 2015) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Annebeth Vis.