Met een oppervlakte van ruim een half miljoen vierkante kilometer is Spanje ruim twaalf keer zo groot als Nederland. Je kunt er jaren rondtrekken en nog het gevoel hebben dat je niet alles hebt gezien. De redactie van ESPANJE! verkende alle uithoeken van het land en selecteerde de vijf mooiste autoroutes, van het mystieke noordwesten tot het Moorse zuidoosten. Mét tips voor autohuur en overnachtingen.
1. Tussen pieken en bergmeren, Ruta Pireneo Catalan
Vanaf vliegveld Girona ben je met een huurauto in een uur in de Catalaanse Pyreneëen. Het wemelt er van de natuurparken met geweldige wandelroutes langs bergmeertjes, watervallen en toppen met eeuwige sneeuw. Parc Nacional d’Aigüestortes i Estany de Sant Maurici is verreweg het populairst en daarmee al behoorlijk toeristisch. Ten oosten ervan ligt het Alt Pireneu park met de hoogste piek van Catalonië, de Pica d’Etats (3.143).
De autoroute voert door adembenemende landschappen en het hoogste dorp van Catalonië, Rubió (1.687 meter). Toen wij er reden zagen we een paar keer gieren en adelaars boven ons open dak. Waanzinnig! Rij via Banyoles, Besalú en Ripoll naar het pittoreske stadje La Seu d’Urgell, thuisbasis van de bisschop van Urgell die sinds 1277 ook co-staatshoofd is van het nabijgelegen land Andorra. Op dinsdag en zaterdag is er markt in het centrum. Boeren en boerinnen uit de wijde omgeving komen dan naar de stad om hun groenten en fruit aan de man te brengen. Je koopt er een grote zak perziken voor een euro. Dan komt die kofferbak van je huurauto goed van pas.
Een andere charmante plaats is Vielha in het Val d’Aran, waar je het woeste begin van de rivier de Garonne kunt zien. Wijk vooral af van de hoofdroute en mijd de toeristische plekken. Zo is Espot, de poort naar Parc Nacional d’Aigüestortes i Estany de Sant Maurici, de plek waar alle buitenlandse toeristen samenklonteren, terwijl in het even verderop gelegen Esterri d’Aneu alleen Spanjaarden van de berglucht genieten op gezellige terrasjes.
Praktische informatie
Een overzicht van campings in de Spaanse Pyreneeën vind je hier.
Wandelgidsen en kaarten kun je hier bestellen via Reisboekenspecialist De Zwerver. Vandaag voor 17 uur besteld, morgen in huis (op werkdagen).
Je kunt vliegen op Barcelona en daar een auto huren. Bijvoorbeeld bij Sunny Cars. Daar is alles inclusief (behalve de benzine natuurlijk) en heb je 24/7 Nederlandse ondersteuning als er problemen zijn.
Overnachten kan o.a. in de parador van La Seu d’Urgell of in het gezellige El Terrat Sobre el Mercat middenin het centrum van ‘Seu’. Ook in Vielha is een parador met een magnifiek uitzicht op de bergen. Een overzicht van hotels en B&B’s in Vielha en omgeving vind je hier.
De meeste campings liggen aan de weg naar Espot. Neem wel een extra deken mee, want de nachten kunnen hier koud zijn, ook in de zomer. Op de camping en in de hotels zijn wandelkaarten verkrijgbaar.
2. Baskische vissersdorpjes, Ruta del mar
Baskenland wordt steeds toeristischer. Populair zijn een tapastour in San Sebastián en het Guggenheim in Bilbao. Dat moet je natuurlijk niet overslaan. Maar neem gerust twee weken de tijd en rijd van de ene stad naar de andere via de magnifieke kustroute. Aan de linkerkant het groene berglandschap, inclusief koeien met bellen, die je het gevoel geven dat je door Zwitserland rijdt, en aan de andere kant de rotsen, strandjes en de Cantabrische Zee.
De kunst is om zo veel mogelijk van de snelweg af te gaan en de kust te volgen. Je komt dan langs mooie vissersdorpjes, soms met een strand en soms alleen met een haventje zoals het tegen een heuvel aangeplakte vissersdorp Elantxobe waar de jeugd zo vanaf de kade de zee induikt. Parkeer je auto bovenin en loop dan naar beneden. Breng vooral ook een bezoek aan de kapel van San Juan de Gaztelugatxe op een eiland in zee, sinds kort wereldberoemd als locatie waar scènes van Game of Thrones zijn opgenomen. De wandeling erheen is prachtig maar dat is niet de enige reden waarom dit kapelletje zo populair is. Volgens de volksverhalen zou Johannes de Doper hier zijn geweest. In de zomer- en herfsteditie van ESPANJE! twee grote reportages vol tips om hier vakantie te vieren.
Veel Basken geloven dat er een geneeskrachtige werking van het eiland uitgaat. Leuke verblijfplaats is Mundaka, waar je vanuit Hotel El Puerto op de bootjes in het haventje kijkt. Neem wel een kamer aan de achterkant want op het terras voor het hotel is het gezellig tot in de vroege uurtjes.
Praktische informatie:
Vergeet Hondarribia niet, vlak over de grens. Een prachtig historisch plaatsje aan zee. De route voert vervolgens langs o.a San Sebastián, Zarautz, Mutriku, Leikitio, Mundaka en Gorliz.
In Mundaka is camping Portuondo populair onder surfers omdat de zee bij Mundaka bekendstaat als surfparadijs. Er zijn bungalows te huur. Wil je je reis helemaal uitstippelen? Kijk dan eens naar de grote selectie reisboeken over Baskenland op de website van reisboekhandel De Zwerver. Meer campings in Baskenland kun je hier zoeken.
3. Dodenkust, De ría’s van Galicië
Galicië is een vergeten uithoek van Spanje, nog nauwelijks ontdekt door buitenlandse toeristen, op de wandelaars van de Sint Jacobsroute na dan. Vreemd, want het is er mooi groen, er is een kustlijn van maar liefst 1800 kilometer met prachtige baaien en maagdelijke strandjes en je eet er de beste zeevruchten ter wereld. Karakteristiek voor Galicië zijn de rías, een soort fjorden die diep landinwaarts dringen en waar elke dag strandjes droogvallen bij eb.
De sfeer van de schiereilanden tussen de rías is telkens compleet anders. Terwijl het ene schiereiland dichtbevolkt en zeer toeristisch is, kom je op het andere nauwelijks iemand tegen. Ons favoriete deel is de Costa da Morte tussen Finisterre en Laxe. De kustweg van Finisterre naar Laxe voert door bossen, langs maïsvelden en een paar strandjes die nagenoeg verlaten zijn, ook in het hoogseizoen.
Een van de leukste dorpjes is het magische Muxia. Bij het kerkje op de kaap met uitzicht op de omringende rías en de oceaan zijn nauwelijks toeristen als wij er hartje zomer komen. Voor de kerk liggen stenen die volgens de legende afkomstig zijn van de boot waarmee Maria de evangelist Sint Jakob zou hebben bezocht. Galiciërs komen hier omdat dat gezondheid, liefde en voorspoed zou brengen. Dé culinaire specialiteit van deze regio zijn longuierones, een soort scheermesjes, maar dan steviger en lekkerder. Volgens de inwoners van Finisterre eet je ze nergens ter wereld beter en dat wordt elke zomer gevierd met een longuieronfestival.
Praktische informatie:
Naast de oude vuurtoren op de kaap van Finisterre is een uniek hotelletje met een magnifiek uitzicht op zee, Hotel O Semaforo. Een overzicht van de hotels in en rond Finisterre vind je hier.
Er zijn maar een paar kamers, dus als je er wilt overnachten, dan moet je op tijd reserveren. Vlakbij Muxía ligt camping Lago Mar aan een parelwit strand. Er zijn bungalows te huur.
4. De Dalídriehoek, La ruta surrealista
Salvador Dalí werd in 1904 geboren in het Catalaanse Figueres. Hier had hij als vijftienjarige zijn eerste expositie het 19e-eeuwse stadstheater. Na een brand verbouwde de surrealistische meester het in de jaren 60 en 70 tot zijn eigen museum: het Teatro Museu Dalí. Dit is een van de populairste uitjes van badgasten aan de Costa Brava en dus erg druk, maar desondanks is dit Dalí-universum een must. Vlakbij is een parkeergarage waar je je huurauto kunt laten.
Figueres is verder overigens weinig boeiend. Snel dus naar de volgende poot van de driehoek: Portlligat. Hier woonde Dalí met zijn Russische vrouw Gala in een rijtje vissershuisjes, die ze tot één woning verbouwden. De kunstenaar en zijn muze woonden hier vanaf 1948 tot haar overlijden in 1982. Maar het lijkt of ze alleen maar even een boodschap aan het doen zijn. Niet alleen de meubels staan er nog, op de ezel in Dalí’s werkkamer staat zelfs zijn laatste werk.
De derde poot van de Dalí-driehoek is het kasteel van Púbol dat Dalí in 1969 aan zijn vrouw cadeau gaf. Het verkeerde in erbarmelijke staat toen Dalí het kocht. Twee jaar lang werkte hij aan de restauratie en de (surrealistische) inrichting. Ook in de tuin is zijn hand zichtbaar in de beelden van olifanten met giraffenpoten. Na de restauratie kwam Dalí er alleen als Gala dat goed vond. Dit was haar huis en na haar overlijden werd ze in dit kasteel in een crypte bijgezet. Dalí verhuisde naar Púbol, omdat hij het wat eenzaam vond voor haar in de crypte. Pas na een brand in de slaapkamer vertrok hij definitief.
Praktische informatie:
Omdat je ook veel tijd kwijt bent in de musea, kun je het beste meerder dagen uittrekken voor deze route.
Overnachten kan op de camping in Cadaqués, het charmante vissersdorp dat begin 20e eeuw populair was onder kunstenaars, onder wie Federico García Lorca, Pablo Picasso en Joan Miró. De camping ligt boven het dorp en heeft een fijn zwembad. Een alternatief is om de route te beginnen in Púbol en dan te overnachten in Figueres waar de hotelprijzen in het hoogseizoen een stuk lager zijn dan in Cadaqués. Omdat in de musea maar een beperkt aantal bezoekers wordt toegelaten kun je het beste ruim van tevoren reserveren. Hier vind je hotels in Cadaqués en in Figueres.
5. Groene bergen en kale woestijn, Ruta de las Alpujarras
Dit is een van de meest verrassende routes van Europa. Van Granada en de Sierra Nevada naar Almería en Cabo de Gata aan de Middellandse Zee. Hier bevond zich het laatste bolwerk van de Moren, die Spanje in 711 veroverden en na een lange strijd in 1492 werden verdreven. Langs deze route zijn nog veel islamitische sporen en middeleeuwse forten te vinden. De weg voert langs witte dorpjes, groene bergen met toppen met eeuwige sneeuw en kuuroorden als Lanjarrón tot de woestijn van Tabernas waar niks groeit en een heus cowboydorp is nagebouwd, Mini Hollywood.
In dorpjes direct langs de route kan het toeristisch zijn, maar in de hoger gelegen dorpen, waar je met een auto soms niet eens in kunt, is de tijd stil blijven staan. Onze tip: huur een kleine maar krachtige auto, dan kun je op meer plekken komen. Hoewel de afstanden meevallen kun je lang onderweg zijn. Zo moet je voor het traject Lanjarrón-Trevelez van maar 44 kilometer bijvoorbeeld al een uur uittrekken. Neem je wandelschoenen in de kofferbak mee want je kunt overal prachtige wandelingen maken. Onderweg kun je cactusvijgen plukken en water uit de bergbeekjes drinken.
Praktische informatie:
Vliegen kun je het beste op Málaga, vanaf daar ben je in anderhalf uur met de auto in Granada of de Sierra Nevada. Bijzonder overnachten kan op Camping Trevélez, de hoogste camping van Spanje met magnifieke uitzichten op de bergen en schaduwrijke plaatsen. Een tent is niet nodig want er is accommodatie te huur vanaf €26 voor twee personen. Het personeel kan tips geven over wandel-, fiets- en autoroutes in de omgeving. Ook zijn er begeleide routes voor wandelaars en ruiters. Zo kun je met een gids de 3482 hoge top Mulhacén beklimmen. Hier vind je een selectie van hotels in Trévelez.
Tips voor je roadtrip door Spanje
Als je zo’n eind met de auto gaat rijden, is er een aantal zaken waarmee je rekening moet houden. Zo is een goede autoverzekering geen overbodige luxe. Om de beste maar voordeligste verzekering te vinden, kan de autoverzekering vergelijken erg lonen. Controleer of je ergens een pechhulp in het buitenland hebt verzekerd. Dat kan bij de reisverzekering, een pechhulpdienst én de autoverzekeraar. Zorg ervoor dat je dit slechts bij een van de drie doet. Laat je auto voor je gaat even checken, zo heb je hopelijk je autoverzekering niet eens nodig op reis. Zorg ook dat je gele hesjes, een gevarendriehoek, een reservewiel en een EHBO-kit in de auto hebt liggen, dan ga je goed voorbereid op reis.
Wil je meer tips voor trips in Spanje?
Lees dan ook het mooie tijdschrift ESPANJE!
- Vier x per jaar 100 pagina’s inspiratie
- Elke keer weer honderden tips
- Rondreizen, stedentrips, natuur & cultuur en lifestyle
- Vier edities voor slechts €19,95
- Dat is 25% korting op de winkelprijs van €27,96
- Korting op Spaanse films en evenementen
- Kans op gratis (reis-)boeken
- Altijd als eerste in huis
- Ook de digitale editie in je mailbox, handig voor onderweg
- Je regelt het meteen via deze link
Meteen online verder lezen
Zijn theatrale museum, de echtelijke sponde en een kasteel dat Salvador Dalí voor zijn muze kocht, vormen samen een heuse Dalí- driehoek. Dit zet de woeste noordoostkust van Spanje, de Costa Brava, in een geheel ander perspectief. De zee dient hier vooral als achtergrond voor de kunstwerken van de grote Spaanse surrealist.
Mallorca: kunst- en fietsparadijs
De tijd dat Mallorca het domein was van feestvierende Duitsers en Britten die zich alleen maar vol lieten lopen is voorbij. Mallorca is überhip, niet alleen onder levensgenieters, maar ook bij fietsers en kunstminnaars.